In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Trainen en gezondheid
Kerntaak 1
Periode 3
Les 3
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Waar hebben we het de vorige les over gehad?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Observeren
Inhoud
Slide 6 - Tekstslide
Je weet wat er onder observeren wordt verstaan.
Je weet wat de 5 eisen zijn voor een goede observatie.
Doel van de les
Slide 7 - Tekstslide
Hoe kun je achter je beginsituatie komen?
Observeren:
Je kijkt goed naar de bewegers en n.a.v. wat je ziet, maak je een plan/doel.
Vragen stellen:
Mensen vragen naar gegevens die je nodig hebt om de beginsituatie vast te stellen (denk aan een enquête) .
Specifieke middelen inzetten:
Als je het meer gedetailleerd wil weten kun je daarvoor specifieke middelen gebruiken
(bijv. een test; shuttleruntest )
Slide 8 - Tekstslide
Observeren
Slide 9 - Tekstslide
Welke uitspraak is juist
A
Voor een sportleider is het gericht kijken naar bewegende mensen een belangrijk onderdeel van zijn werk.
B
Observeren is een tamelijk eenvoudige vaardigheid.
C
Je gaat eerst observaties interpreteren en daarna beschrijven
D
Als je betrouwbaar en objectief geobserveerd hebt hoef je niet ook nog eens nauwkeurig te zijn.
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Video
00:24
Het aantal passes is:
A
10
B
13
C
14
D
15
Slide 12 - Quizvraag
Observeren
Waarnemen
Bewust en doelgericht kijken
Je wilt informatie verzamelen
Objectief en controleerbaar
Slide 13 - Tekstslide
Waarnemen
Zien
Horen
Ruiken
Voelen
Proeven
Verbaal
Non - Verbaal
Slide 14 - Tekstslide
Interpreteren
Ergens iets van vinden
Een mening ergens over vormen
Niet objectief!
Slide 15 - Tekstslide
Eisen aan een goede observatie
Betrouwbaar
Bij herhaaldelijke meting krijg je hetzelfde resultaat. Als je een aantal keren hetzelfde gedrag observeert, moet je dezelfde feiten hebben waargenomen.
Valide
Gebruik je de goede meetinstrumenten om echt te meten wat je wilt weten? Meet je met dit observatieschema écht de sociale vaardigheid bij kinderen?
Objectief
Alleen feiten benoemen. (Dus niet invullen of iemand zenuwachtig is, want dat weet je niet zeker, maar je hebt wel gezien dat iemand 10x tijdens de les opstond.)
Nauwkeurig
Alles registreren wat je ziet of hoort, ook al lijkt het iets heel normaals.
Onafhankelijk
Je bent onafhankelijk als je op geen enkele manier een relatie hebt met die persoon en er is geen sprake van een gezamelijk belang.
BOVON
Slide 16 - Tekstslide
Observeren
Slide 17 - Woordweb
Wat zie je?
Slide 18 - Tekstslide
Wat zie je?
Slide 19 - Tekstslide
Iedereen kijkt op een andere manier ergens naar, maar wil je iets meten, of ergens informatie over krijgen, dan moet je hetzelfde kunnen zien.