Les 3 - Politieke stromingen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Les 3 - Politieke stromingen

3.2 -Politieke stromingen

Lesdoel

• Je kunt de drie politieke hoofdstromingen in NL noemen.
• Je kunt per politieke stromingen aangeven welke waarden zij belangrijk vinden.
• Je kunt per politieke stroming voorbeelden geven van politieke partijen die hieronder vallen.  
  

Wat gaan we doen?

• Herhaling: Kenmerken democratie vs. dictatuur
• Opdracht: Politieke stromingen
• opdrachten 3.2 maken

Herhaling

• Welke kenmerken heeft een democratische samenleving? Wat gebeurt daar juist wel/ en wat niet?
• En in een land dat door een autoritair regime (bijv. een dictatuur) bestuurd wordt?

IDEOLOGIE

 

= een samenhangend geheel van ideeen over de gewenste inrichting van de samenleving

Liberalisme

Christendemoratie

Socialisme

1. Belangrijke waarden?

2. Hoe ontstaan en wanneer?

3. Plannen nu? Wat wel/ wat niet?

5. 3 politieke partijen

Wat is populisme?

1. Ander woord is?

2. Uitgangspunt?

3. Belangrijke waarden?

4.Plannen nu? Wat wel/ wat niet?

Wat is ecologisme?

1. Belangrijke waarden?

2. Hoe ontstaan en wanneer?

3. Plannen nu? Wat wel/ wat niet?

4. Waarom 'links'?

Verschil kosmopolitisme

vs. nationalisme?

4. Waarom 'rechts'?

5. 3 politieke partijen

5. 3 politieke partijen

Lezen: 3.2 Politieke 

stromingen (blz 96 - LB)

Maken: opdracht 1 t/m 9 (blz 69)

AAN DE SLAG!

'De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten'

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Het maatschappelijk middenveld heeft in deze stroming een belangrijke plaats.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Deze stroming ontstond doordat rijke mensen, zoals kooplieden en fabriekseigenaren, hun gang wilden gaan. Zij waren tegen hoge belastingen en de onbeperkte macht van de koning.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

'Burgers maken deel uit van een gemeenschap en hieruit volgt dat je zorgt voor je naasten.'

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Deze stroming ontstond als reactie op de slechte werkomstandigheden van de arbeiders in de negentiende eeuw.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

De overheid moet zich beperken tot de kerntaken zoals orde en veiligheid en basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Het doel van deze stroming is een einde maken aan armoede en ongelijkheid.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

De politieke partijen VVD, D66 en Volt vallen onder deze stroming.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Deze hoofdstroming ontstond eind 18e eeuw tijdens de Franse revolutie.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Volgens deze stroming zijn onderwijs en goed betaalbare zorg erg belangrijk. Hierdoor krijgt iedereen gelijke kansen in de samenleving.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Rentmeesterschap, naastenliefde en saamhorigheid zijn belangrijke waarden in deze stroming.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Solidariteit en gelijkwaardigheid zijn belangrijke waarden.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

De politieke partijen PvdA, de SP en Groenlinks vallen onder deze stroming.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

'Vrijheid, individuele verantwoordelijkheid en tolerantie zijn de belangrijkste waarden.'

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

De politieke partijen CDA, ChristenUnie en SGP vallen onder deze stroming.

1. Liberalisme
2. Socialisme
3. Confessionalisme

Verschil links / rechts?

Verschil progressief / conservatief?

Verschil kosmopolitisme / nationalisme?