Grammatica - blok 4 - les 4.5 meewerkend voorwerp

Grammatica- les 4.5
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica- les 4.5

Slide 1 - Tekstslide

vorige les
Geoefend met het lijdend voorwerp.

Gemaakt: les 3.4 en 4.4

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les:
  • Oefenen: zinsdelen, wwg en onderwerp
  • Nieuw: het meewerkend voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

Indeling van de les:
  • Leesboek                                              5 min.
  • groepsopdracht                               10 min.
  • Uitleg meewerkend vw.                   5 min.
  • Maken les 4.5                                     15 min.
  • Lezen leesboek                                 10 min.

Slide 4 - Tekstslide

Groepsopdracht
Bouw de zinnen op in de goede kleur.
voorbeeld:
De docent / heeft / uitleg / gegeven.
     ond           wwg    lijd.v        wwg

Slide 5 - Tekstslide

Groepsopdracht
Bouw de zinnen op in de goede kleur:
Piet en Jan eten pindakaas.

Slide 6 - Tekstslide

Groepsopdracht
Bouw de zinnen op in de goede kleur:
Wil jij de tas optillen?

Slide 7 - Tekstslide

Groepsopdracht
Bouw de zinnen op in de goede kleur:
Wil jij de tas optillen?

Slide 8 - Tekstslide

Groepsopdracht
Bouw de zinnen op in de goede kleur:
Alle leerlingen hebben een aantekeningenschrift.

Slide 9 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

meewerkend voorwerp

Slide 11 - Tekstslide

Pak je schrift!

Schrijf deze zin op:


Sint heeft cadeautjes voor kinderen gekocht.

Slide 12 - Tekstslide

Sint heeft cadeautjes voor kinderen gekocht.
pv:               -proef
wwg:          
ond:           

Slide 13 - Tekstslide

Sint / heeft / cadeautjes voor kinderen gekocht.
pv:               heeft
wwg:          alle werkwoorden
ond:           

Slide 14 - Tekstslide

Sint / heeft / cadeautjes voor kinderen / gekocht.
pv:               heeft
wwg:          heeft gekocht
ond:           wie / wat + wwg

Slide 15 - Tekstslide

Sint / heeft / cadeautjes voor kinderen / gekocht.
pv:               heeft
wwg:          heeft gekocht
ond:           Sint

Slide 16 - Tekstslide

Sint / heeft / cadeautjes voor kinderen / gekocht.
pv:               heeft
wwg:          heeft gekocht
ond:           Sint

lijdend voorwerp: wie/wat + wwg + ond

Slide 17 - Tekstslide

Sint / heeft / cadeautjes / voor kinderen / gekocht.
pv:               heeft
wwg:          heeft gekocht
ond:           Sint

lijdend voorwerp: cadeautjes

meewerkend voorwerp: aan / voor wie?

Slide 18 - Tekstslide

Sint / heeft / cadeautjes / voor kinderengekocht.
pv:               heeft
wwg:          heeft gekocht
ond:           Sint

lijdend voorwerp: cadeautjes

meewerkend voorwerp: voor kinderen

Slide 19 - Tekstslide

Zou je me dat schaartje willen aangeven?
pv:               -proef                                                 
wwg:         alle ww
ond:           wie/wat + wwg

lijdend voorwerp:  wie/wat + wwg + ond

meewerkend voorwerp: aan/voor wie?
Neem over in je schrift.

Slide 20 - Tekstslide

Zou je me dat schaartje willen aangeven?
pv:               
wwg:         
ond:          

lijdend voorwerp:  

meewerkend voorwerp: 

Slide 21 - Tekstslide

gezegde
lijdend voorwerp
onderwerp
meewerkend voorwerp
De docent
geeft
uitleg over grammatica
aan de leerlingen.

Slide 22 - Sleepvraag

gezegde
lijdend voorwerp
onderwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
mijn foto's 
stuur
ik
digitaal
aan mijn zus.

Slide 23 - Sleepvraag

Maken Grammatica - blok 4 - les 4.5
timer
10:00
Klaar?

Slide 24 - Tekstslide

Afsluiting
  • Stappenplan herhalen
  • Huiswerk: les 4.5  afmaken
  • Volgende les: 5.4 bijwoordelijke bepaling
  • Leesboek lezen!

Slide 25 - Tekstslide