GK P1 lesweek 1, 1; Cel, erfelijkheid, weefsels

GK Periode 1
Periode 1 = 8 lesweken

Toetsen

Voorafgaand aan de les: Hoofdstuk doorlezen.
Tijdens de les: boeken/laptop/pen/papier mee, aantekeningen maken, opletten.
Na de les: doornemen wat behandeld is en evt. opdrachten maken.


1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GezondheidskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

GK Periode 1
Periode 1 = 8 lesweken

Toetsen

Voorafgaand aan de les: Hoofdstuk doorlezen.
Tijdens de les: boeken/laptop/pen/papier mee, aantekeningen maken, opletten.
Na de les: doornemen wat behandeld is en evt. opdrachten maken.


Slide 1 - Tekstslide

Waar houdt gezondheidskunde
volgens jou in?

Slide 2 - Woordweb

Module Basis
Anatomie
&
Fysiologie

Slide 3 - Tekstslide

Lees de inleiding bij hoofdstuk 1 Lichaam en uiterlijk


Wat wordt bedoeld met de begrippen 
Anatomie en Fysiologie?

Slide 4 - Tekstslide

            Anatomie

- Gaat over de bouw en
  opbouw van het lichaam
- 'Hoe ziet het eruit'
           Fysiologie 

- Gaat over de functies van
  het lichaam
- 'Hoe werkt het'

Slide 5 - Tekstslide

We gaan aan de slag met de volgende begrippen.
- Cel
- Weefsel
- Orgaan
- Orgaanstelsel
- Organisme

Deze begrippen moet je leren!
Opdracht Lichaam en uiterlijk

Slide 6 - Tekstslide

H1.3 Cytologie 
Cytologie is de leer van de cel

In H1.3 lees je hoe een cel is opgebouwd


Celkern = nucleus
Celkern bevat de chromosomen

Slide 7 - Tekstslide

Chromosomen
Chromosomen bevatten het erfelijke materiaal

Iedere lichaamscel bevat 46 chromosomen 

- 23 paar chromosomen
- bij de vrouw is het 23e paar = XX
- bij de man is het 23e paar = XY 

Slide 8 - Tekstslide

Chromosomen
Chromosomen bevatten het erfelijke materiaal;
het DNA
Iedere lichaamscel bevat 46 chromosomen


Behalve de geslachtscellen, 
de eicel en de zaadcel
De geslachtscellen bevatten 23 chromosomen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Hoeveel chromosomen bevatten de 'gewone' lichaamscellen?
A
45
B
46
C
23
D
25

Slide 11 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met Mitose?
A
Gewone celdeling
B
Reductiedeling

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen bevatten de geslachtscellen na Meiose?
A
45
B
46
C
23
D
25

Slide 13 - Quizvraag

In welke cellen vindt Meiose plaats?
A
Gewone lichaamscellen
B
Geslachtscellen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Bij de celdeling kan het ook mis gaan...

Bij het syndroom van Down is de celdeling afwijkend
Alle lichaamscellen bevatten 47 chromosomen!

Slide 16 - Tekstslide

Wat is er aan de hand bij het syndroom van Down?

Slide 17 - Open vraag

Wat is anatomie?

Slide 18 - Open vraag

Wat is Mitose

Slide 19 - Open vraag

Wat is een kenmerk van een weefsel?

Slide 20 - Open vraag

Hoe heet de celdeling van geslachtscellen?

Slide 21 - Open vraag

H1.5 Weefsels
Weefsel: een groep cellen met dezelfde vorm en functie

We behandelen hier 2 soorten weefsels:

  1. Dekweefsel (epitheel)
  2. Steunweefsel (bindweefsel, kraakbeen en been)

Slide 22 - Tekstslide

Dekweefsel
Dekweefsel wordt ook wel epitheel of slijmvlies genoemd
Het vormt de buitenlaag van het lichaam (de opperhuid)
én de binnenbekleding van de holle organen

Het dekweefsel 'bedekt' dus ons lichaam 
en vormt de binnenlaag van holle organen 
zoals b.v. de luchtwegen en 
maag-darmen




Slide 23 - Tekstslide

Welke functies heeft het dekweefsel?
1. Dekweefsel heeft een begrenzende functie

De cellen liggen in het dekweefsel dicht tegen elkaar aan en beschermen tegen tegen invloeden van buiten af

Bijvoorbeeld bij de opperhuid



Slide 24 - Tekstslide

Welke functies heeft het dekweefsel?
2. Dekweefsel van de dunne darm heeft een resorptiefunctie

Resorptie is de opname van voedingsstoffen naar het bloed;
in de dunne darm worden alle voedingsstoffen en geneesmiddelen in het lichaam opgenomen


Slide 25 - Tekstslide

Welke functies heeft het dekweefsel?
3. Dekweefsel van o.a. de luchtwegen en de maag heeft een secretiefunctie

Secretie is het afscheiden van stoffen zoals slijm

De luchtwegen bevatten slijmvliesepitheel met trilharen, 
die zo beschermen tegen prikkels van buitenaf!
De maag maakt slijm om te beschermen tegen het maagzuur!

Slide 26 - Tekstslide

Naast dekweefsel hebben ook klieren een secretiefunctie
(zie de tekst bij 1.5.1)
Bij exocriene klieren (ex = uit
worden stoffen naar buiten afgescheiden;
Voorbeelden zijn zweetklieren en speekselklieren

Bij endocriene klieren (endo = in of binnen
worden stoffen aan het bloed afgegeven
Voorbeelden zijn de hormoonklieren (hypofyse, schildklier en alvleesklier)

Alle blauwe begrippen moet je leren!

Slide 27 - Tekstslide

Steunweefsel
Steunweefsel bestaat uit bindweefsel, kraakbeen en been

Bindweefsel komt overal in het lichaam voor;
in de huid, rondom organen, 
als pezen bij de spieren etc.

Vetweefsel is ook bindweefsel
In de huid bevindt het vetweefsel zich in de onderste huidlaag

Slide 28 - Tekstslide

Welke functies heeft het vetweefsel?
1. Opslag vetreserve

Zit in onderhuids bindweefsel

Slide 29 - Tekstslide

Welke functies heeft het vetweefsel?
2. Isolatiefunctie
Warmte-isolatie (bescherming tegen kou/warmte)

Slide 30 - Tekstslide

Welke functies heeft het vetweefsel?
3. Steun aan organen
Functie: druk opvangen van deze lichaamsdelen
vb: wangen, nieren, handpalmen, oogkassen

Slide 31 - Tekstslide

Welke functies heeft het vetweefsel?
4. Electronische isolatie

Zenuwceluitlopers zit vet omheen.
bv bij mensen met MS mist dit vettige laagje

Slide 32 - Tekstslide

Welk weefsel is GEEN steunweefsel?
A
Been
B
Bindweefsel
C
Kraakbeen
D
Spierweefsel

Slide 33 - Quizvraag

Welk weefsel wordt ook wel epitheel genoemd?
A
Bindweefsel
B
Dekweefsel
C
Spierweefsel
D
Zenuwweefsel

Slide 34 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met resorptie?
A
Opnemen van stoffen in het bloed
B
Afscheiden van stoffen naar buiten

Slide 35 - Quizvraag

De schildklier is een voorbeeld van een
A
Endocriene klier
B
Exocriene klier

Slide 36 - Quizvraag

Welke functie heeft het vetweefsel?
A
Isolatiefunctie
B
Uitscheiden stoffen
C
D
Opnemen stoffen

Slide 37 - Quizvraag

Vetweefsel =
A
Bindweefsel
B
Dekweefsel
C
Slijm

Slide 38 - Quizvraag