24 september AN cellen, transport en weefsels

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Om de stofwisseling te ondersteunen, bevinden zich in het cytoplasma:
A
organellen
B
chromosomen
C
genen
D
erfelijke informatie

Slide 3 - Quizvraag

Een menselijke celkern bevat
A
46 chromosomen
B
20 chromosomen
C
25 chromosomen
D
30 chromosomen

Slide 4 - Quizvraag

Het vocht binnen de cel noem je intracellulaire vloeistof
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Het vocht buiten de cel noem je cellulaire vloeistof
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Bij reductiedeling verdubbelen de chromosomen zich niet.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

De geslachtschromosomen bepalen of een nieuw mens een jongen of een meisje wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De geslachtscellen van een man bevatten één X-chromosoom en ''een Y-chromosoom
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Weefsels zijn onderling verbonden groepen cellen van gelijke soort en met verschillende taken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Dekweefsel = epitheelweefsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Taken van dekweefsel
A
beschermen, afscheiding
B
uitwisselen en waarnemen
C
uitwisselen en afscheiding
D
Zowel A als B

Slide 12 - Quizvraag

Klier met afvoerbuis leveren stoffen voor binnen in het lichaam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Voorbeeld van een hormoonklier is
A
Talgklier
B
Zweetklier
C
Schildklier

Slide 14 - Quizvraag

Kubisch epitheel(dekweefsel) is:
A
wand van eierstok
B
wand van zweetklier
C
wand van speekselklier
D
A, B en C

Slide 15 - Quizvraag


😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll