GS8 Romeinen 3 nabeschouwing

Romeinen 3 nabeschouwing
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Romeinen 3 nabeschouwing

Slide 1 - Tekstslide

Wat was de taal van de Romeinen?

Herhaling
A
Italiaans
B
Germaans
C
Latijn
D
Romeins

Slide 2 - Quizvraag

In veel boeken over de Romeinen wordt
regelmatig gesproken over: Imperium Romanum.

Wat zou dit betekenen?
Herhaling
A
Romeinse Leiders
B
Romeinse Tijd
C
Romeinse Vrede
D
Romeinse Rijk

Slide 3 - Quizvraag

Sleep steeds 2 onderdelen van de onderste rij naar een afbeelding in de bovenste rij.

Slide 4 - Sleepvraag

Circus Maximus
Colosseum
aquaduct
keizerlijke paleizen

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de foto's en begrippen naar de juiste plek in de plattegrond van de Franse stad Fréjus (Forum Iulli). Plekken kunnen vaker worden gebruikt.
1
2
3
4
5
6
7
8
forum
stadspoort
haven

Slide 6 - Sleepvraag

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 7 - Quizvraag

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 8 - Quizvraag

Wie zie je op deze afbeelding vechten?
A
Slaven
B
Gladiatoren
C
Soldaten
D
Goden

Slide 9 - Quizvraag

Claudius. Hij is rijk en bezit veel slaven.

Claudius woont in een:

A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 10 - Quizvraag

Julius. Hij is een arme Romein van 41 jaar oud.

Julius woont in een:


A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 11 - Quizvraag

Antonius. Hij was eerst boer, maar hij is naar Rome verhuisd, in de hoop daar werk te vinden.

Antonius woont in een:


A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de beste omschrijving van een agrarisch-stedelijke samenleving?

A
Samenleving waarin sommige mensen op het platteland leven en andere mensen in steden.
B
Samenleving waarin de meeste mensen in steden leven en een klein aantal op het platteland.
C
Samenleving waarin de meeste mensen op het platteland leven en een klein aantal in steden.
D
Samenleving waarin agrariërs (boeren) ook in de stad leven.

Slide 13 - Quizvraag

In Rome en in andere steden woonden veel arme mensen, zoals de [...1...]. Om deze mensen rustig te houden, werden er in [...2...], zoals het [...3...], regelmatig spelen georganiseerd.

Wat moet er op de nummers staan?
A
1. proletariërs 2. amfitheaters 3. Colosseum
B
1. amfitheaters 2. proletariërs 3. Colosseum
C
1. Colosseum 2. amfitheaters 3. proletariërs
D
1. proletariërs 2. Colosseum 3. amfitheaters

Slide 14 - Quizvraag