In Rome en in andere steden woonden veel arme mensen, zoals de [...1...]. Om deze mensen rustig te houden, werden er in [...2...], zoals het [...3...], regelmatig spelen georganiseerd.
Wat moet er op de nummers staan?
A
1. proletariërs
2. amfitheaters
3. Colosseum
B
1. amfitheaters
2. proletariërs
3. Colosseum
C
1. Colosseum
2. amfitheaters
3. proletariërs
D
1. proletariërs
2. Colosseum
3. amfitheaters