Géén hoofdletter bij namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken: donderdag, april, lente, zuiden
Slide 9 - Tekstslide
Leestekens
De zin eindigt met een punt, vraagteken of uitroepteken. - Ik vind de Nederlandse les leuk. - Waarom vind je Nederlands leuk? - Omdat ik er erg goed in ben!
Slide 10 - Tekstslide
Komma's
Komma's gebruik je: - tussen twee persoonsvormen: Toen ze het juiste antwoord gaf, begon iedereen te juichen. - voor verbindingswoorden als omdat, maar, want etc. Ik wil je graag helpen met je huiswerk, maar ik kan morgen niet.
Slide 11 - Tekstslide
Puntkomma ;
- De puntkomma gebruiken we minder vaak.
- De puntkomma gebruik je wanneer twee zinnen sterk samenhangen.
- Je kan in plaats van de puntkomma ook een punt gebruiken.
Voorbeeld: Ik heb een leuk verjaardag gehad; vooral de mensen waren gezellig!
Slide 12 - Tekstslide
Dubbele punt:
- Als twee zinnen samenhangen en de tweede zin is een toelichting, dan gebruiken we een dubbele punt.
- Ik heb een leuke verjaardag gehad: ik heb veel cadeautjes gekregen. of:
- Ik heb een leuke verjaardag gehad, want ik heb veel cadeautjes gekregen.