B1E interpunctie

De namen van maanden spellen we met een hoofdletter.
A
Juist
B
Onjuist
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De namen van maanden spellen we met een hoofdletter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 1 - Quizvraag

Windstreken krijgen een hoofdletter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
Elsa van der Spoel
B
Elsa Van der Spoel
C
Elsa Van Der Spoel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is juist gespeld?
A
Mevrouw van der Spoel
B
Mevrouw Van Der Spoel
C
Mevrouw Van der Spoel

Slide 4 - Quizvraag

Voeg leestekens en hoofdletters toe:
juul gaat naar het feest omdat roos ook gaat

Slide 5 - Open vraag

Voeg leestekens en hoofdletters toe:
s ochtends heb ik moeite om uit mijn bed te komen

Slide 6 - Open vraag

Voeg leestekens en hoofdletters toe:
meneer kaandorp heeft geen verstand van voetbal want hij is fan van ajax

Slide 7 - Open vraag

Voeg leestekens en hoofdletters toe:
nu we weer twee maanden naar school gaan zijn we toe aan vakantie

Slide 8 - Open vraag

Hoofdletters
  • Begin van de zin
  • Bij namen: Semmy Wouters, Dani van der Velden                     Let op: mevrouw Van Buren
  • Aardrijskundige namen: Noord-Brabant, Noord-Brabantse 
  • Géén hoofdletter bij namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken: donderdag, april, lente, zuiden


Slide 9 - Tekstslide

Leestekens
  • De zin eindigt met een punt, vraagteken of uitroepteken.        - Ik vind de Nederlandse les leuk.                                                          -  Waarom vind je Nederlands leuk?
    - Omdat ik er erg goed in ben!

Slide 10 - Tekstslide

Komma's
  • Komma's gebruik je:                                                                                    - tussen twee persoonsvormen:                                                             Toen ze het juiste antwoord gaf, begon iedereen te juichen.    - voor verbindingswoorden als omdat, maar, want etc.
    Ik wil je graag helpen met je huiswerk, maar ik kan morgen niet.

Slide 11 - Tekstslide

Puntkomma ;
- De puntkomma gebruiken we minder vaak. 
- De puntkomma gebruik je wanneer twee zinnen sterk samenhangen.
- Je kan in plaats van de puntkomma ook een punt gebruiken.
Voorbeeld: Ik heb een leuk verjaardag gehad; vooral de mensen waren gezellig!

Slide 12 - Tekstslide

Dubbele punt:
- Als twee zinnen samenhangen en de tweede zin is een toelichting, dan gebruiken we een dubbele punt.
- Ik heb een leuke verjaardag gehad: ik heb veel cadeautjes gekregen. of:
- Ik heb een leuke verjaardag gehad, want ik heb veel cadeautjes gekregen.

Slide 13 - Tekstslide