10.4-1 Bloedplasma en bloedcellen 5H 2425

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.4: Bloedplasma en bloedcellen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.4: Bloedplasma en bloedcellen

Slide 1 - Tekstslide

Vragen (zelfstandig)
  1. krijgen de hersenen in rust meer/minder bloed dan bij inspanning?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel 11.4 deel 1 Je kunt
  • de functies van rode en witte bloedcellen, bloedplaatjes en bloedplasma benoemen (leerdoel 11).
  • uitleggen hoe je lichaam reageert op een tekort aan rode bloedcellen (leerdoel 12).




Slide 3 - Tekstslide

Samenstelling bloed

Slide 4 - Tekstslide

Samenstelling bloed
Eiwitten vormen een colloïd, ze zijn niet opgelost in het plasma maar zijn fijn verdeeld.

Slide 5 - Tekstslide

Bloedcellen
Rode bloedcellen: zuurstoftransport
Witte bloedcellen: afweer
Bloedplaatjes: bloedstolling

Elke dag ontstaan in het rode beenmerg 2x1011 bloedcellen uit stamcellen
Elke dag wordt een zelfde aantal afgebroken in milt en lever.



Slide 6 - Tekstslide

Zuurstoftransport
Klein deel opgelost in het bloedplasma: 3 mL O2/L.
De rest wordt vervoerd door rode bloedcellen (200 mL O2/L).

5 miljoen rode bloedcellen per mL bloed.
Rode bloedcellen hebben geen kern maar wel 200 tot 300 miljoen hemoglobine moleculen per cel.


Slide 7 - Tekstslide

Hemoglobine

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hemoglobine
Elk hemoglobine-molecuul kan 4 O2 moleculen binden.
Dan ontstaat HbO2 = oxihemoglobine

De bindingsreactie is een evenwichtsreactie.
                                    Hb + O2 <-> HbO2

Slide 10 - Tekstslide

Hemoglobine

jjy

Laag                                                                                                               Hoog
verzadigingspercentage                             verzadingingpercentage
tot 0%                                                                                                      tot 100%
100% Hb
0% HbO2

0% Hb
100% HbO2

Slide 11 - Tekstslide

Hemoglobine

jjy

Het verzadigingspercentage (hoeveelheid HbO2) wordt bepaald door verschillende omgevingsfactoren.
100% Hb
0% HbO2

0% Hb
100% HbO2

Slide 12 - Tekstslide

Hemoglobine

jjy

Lage concentratie O2                                           Hoge concentratie O2
Weefsels                                                                                                   Longen
Zuurstofafgifte                                                                   Zuurstofopname

Zuurstofconcentratie is pO2/ zuurstofdruk
100% Hb
0% HbO2

0% Hb
100% HbO2

Slide 13 - Tekstslide

Verzadigingspercentage (BINAS 83D)

Slide 14 - Tekstslide

Vragen (zelfstandig)
  1. wat is het O2-verzadigingspercentage pO2 = 8,0 kPa?
  2. wat is het O2-verzadigingspercentage pO2 = 3,0 kPa?
  3. is de O2-verzadigingspercentage in de longen hoog of laag?
  4. is het O2-verzadigingspercentage in de spieren hoog of laag?

Slide 15 - Tekstslide

Rekenen met verzadigingscurves
Hoeveel zuurstof wordt er afgegeven in een weefsel (bijvoorbeeld een spier) als de zuurstofdruk bij de longen 14kPa is en in het weefsel 4kPa?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Bohr effect
De eigenschappen van hemoglobine veranderen onder invloed van temperatuur, CO2 concentratie en zuurgraad.
Hardwerkende spieren hebben een hogere temperatuur, meer CO2 en een lagere pH (hogere zuurgraad) en hebben meer zuurstof nodig.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Temperatuur - CO2 conc.     -   pH

Slide 20 - Tekstslide

Vragen (zelfstandig)
  1. wat is het O2-verzadigingspercentage bij T = 37 °C, pCO2 = 8,0 kPa en  pO2 = 8,0 kPa?
  2. wat is het O2-verzadigingspercentage bij pH = 7,4, T = 30 °C en                 pO2 = 10,0 kPa?
  3. wat gebeurt er met het O2-verzadigingspercentage van Hb als de temperatuur in het weefsel stijgt?

Slide 21 - Tekstslide

Het Bohr effect
Bloed: verzadigingspercentage: 98% 
Spieren in rust: verzadigingspercentage 70%
Afgifte in rust: 98-70=28% 
Spieren in actie: verzadigingspercentage 32%
Afgifte in actie: 98-32=66%
66-28=32% *20 mL/100mL = 7,6 mL/ 100mL

Slide 22 - Tekstslide

Doel 9.4
8. Je beschrijft de bloedsamenstelling.
9a. Je legt het transport van O2 via het bloed uit .
10. Je interpreteert O2-verzadigingscurves en leidt waarden af.

Aruna-Lenneke-Amber-Fenja-Isa-Sophie-Yara-Nora-Dahlia
Merle-Vivian-Bartek-Nova-Marèl-Emiel-Lieke-Noa-Raúl-Guus-Gijs-Louisa-Florian-Nuria


Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ in je boek.
Kies een leerweg.
Maak de opdrachten bij de
behandelde leerdoelen.
Maak een begrippenlijst.


Slide 24 - Tekstslide