terugblik bijeenkomst 2

terugblik bijeenkomst 2
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

terugblik bijeenkomst 2

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen de leerlingen als ze met het vakspecifieke begrip 'auditieve analyse' bezig zijn?
A
Lettergrepen samenvoegen tot een woord.
B
Op elk klankstuk van een woord een klap geven.
C
Letters samenvoegen tot een woord.
D
Het uitleggen van eenvoudige woorden.

Slide 2 - Quizvraag

Je wilt een auditieve syntheseoefening geven.
Welk type oefening kun je daarvoor het best gebruiken?
A
Zoek het plaatje van een woord waar je achteraan een /s/ hoort.
B
Wat hoor je vooraan bij /riem/? En bij /mier/? Enzovoort.
C
Zijn deze woorden hetzelfde: boot – poot?
D
Welk woord zeg ik: /r/ /aa/ /m/?

Slide 3 - Quizvraag

Juf Anke besteedt in groep 1/2 aandacht aan lange en korte zinnen. Ze vraagt kinderen welke zin het langste is en maakt hierbij gebruik van stroken.

Bij welke hoofdcategorie van vaardigheden rond klanken en letters hoort dit?
A
Fonologisch bewustzijn​ ​
B
Fonemisch bewustzijn

Slide 4 - Quizvraag

Wat stimuleer je met de volgende activiteit: kinderen klappen hun naam in klankstukken
A
fonologisch bewustzijn
B
alfabetisch principe
C
foneem-grafeemkoppeling
D
fonemisch bewustzijn

Slide 5 - Quizvraag

Voor welk type bewustzijn is het toepassen van beginrijm kenmerkend?

A
Fonemisch bewustzijn
B
Fonologisch bewustzijn
C
Taalbewustzijn

Slide 6 - Quizvraag

Juf Petra zegt: ”/m/ /aa/ /n/. Welk woord zeg ik?” Matthijs krijgt de opdracht om hier een heel woord van te maken. Wat oefent Matthijs hiermee?
A
Auditieve analyse
B
Auditieve synthese
C
Bepalen van de klankpositie

Slide 7 - Quizvraag

WAT BETEKENT TEMPOREEL ORDENEN?
A
DE LEERLING ONTHOUDT DE VOLGORDE VAN KLANKEN IN EEN WOORD
B
DE LEERLING ONTHOUDT HET TEMPO VAN KLANKEN IN EEN WOORD
C
DE LEERLING ONTHOUDT DE VOLGORDE VAN WOORDEN IN EEN ZIN
D
DE LEERLING ONTHOUDT HET TEMPO VAN WOORDEN IN EEN ZIN

Slide 8 - Quizvraag

Gegeven:
Het woord 'hoeden’.
Gevraagd:
Uit hoeveel grafemen en hoeveel fonemen is bovenstaand woord opgebouwd?
A
5 grafemen, 5 fonemen
B
5 grafemen, 6 fonemen
C
6 grafemen, 5 fonemen
D
6 grafemen, 6 fonemen

Slide 9 - Quizvraag


De elementaire leeshandeling bestaat uit verschillende deelvaardigheden.
Gevraagd:
Wat zijn deze deelvaardigheden?
A
auditieve analyse – grafeem-foneemkoppeling – spatieel ordenen – visuele synthese – betekenis geven
B
auditieve analyse – grafeem-foneemkoppeling – temporeel ordenen – visuele synthese – betekenis geven
C
visuele analyse – grafeem-foneemkoppeling – spatieel ordenen – auditieve synthese – betekenis geven
D
visuele analyse – grafeem-foneemkoppeling – temporeel ordenen – auditieve synthese – betekenis geven

Slide 10 - Quizvraag