oefentoets mavo 3 h1 Nieuw Nederlands 6de ed

Oefentoets m3
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets m3

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je doen?
  1. Ga eerst naar Quizlet via Magister>studiewijzer Ned>Quizlet en oefen daar 10 min!
  2. Geef antwoord op de gestelde vragen.
  3. Controleer zelf telkens of je antwoord goed is op je papieren scoreformulier.
  4. Bepaal daarna waar je nog het meeste aandacht aan moet geven.

Slide 2 - Tekstslide

lezen
Iedereen krijgt een tekst. Je krijgt hier een aantal vragen over.

Slide 3 - Tekstslide


Welke vraag stel je als je de hoofdgedachte van een tekst zoekt?

A
Wat is de belangrijkste informatie die samengevat in de inleiding staat?
B
Wat is de belangrijkste vraag die over het onderwerp wordt beantwoord?
C
Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Slide 4 - Quizvraag

Hoe wordt het onderwerp van de tekst in de eerste alinea ingeleid?
A
het geven van informatie over de voorgeschiedenis
B
het introduceren van een deskundige
C
het stellen van een centrale vraag
D
het vooraf geven van een korte samenvatting

Slide 5 - Quizvraag

3 Wat was voor de schrijver de aanleiding voor het schrijven van de tekst?

Slide 6 - Open vraag

Op welke manier laat de Stichting Proefdiervrij duidelijk zien dat ze een andere koers vaart? (al. 2)

Slide 7 - Open vraag

Wat is de belangrijkste zin van alinea 4?
A
Proefdiervrij zal … ongewenst zijn.
B
Ook zegt … met mensen.
C
Daarnaast zijn … te testen.
D
Het ideaal … onderzoek gebruiken

Slide 8 - Quizvraag

In alinea 5 staat een opsomming. Noteer de signaalwoorden die voor de opsomming zijn gebruikt.

Slide 9 - Open vraag

Je kunt de hoofdgedachte van deze tekst in één zin opschrijven door de volgende zin goed af te maken. De Stichting Proefdiervrij staakt haar strijd tegen dierproeven en wil nu ….
A
andere technieken gaan gebruiken waardoor proefdiergebruik op universiteiten na een paar jaar niet meer nodig zal zijn.
B
door haar logo te veranderen, laten zien dat ze de strijd tegen het onnodig gebruik van proefdieren op termijn wil opgeven.
C
door overleg met universiteiten en laboratoria proefdiergebruik voor onderzoek zo veel mogelijk terugdringen of voorkomen.
D
net als de Dierenbescherming de strijd tegen het gebruik van proefdieren staken en studenten de gelegenheid geven anders te opereren.

Slide 10 - Quizvraag

Woordenschat
Je kunt deze woorden oefenen iva Quizlet. De link naar de woordenlijst vind je in Magister.

Slide 11 - Tekstslide

Noteer een synoniem van
diabetes

Slide 12 - Open vraag

Noteer een synoniem van
eveneens

Slide 13 - Open vraag

Noteer een synoniem van
nabij

Slide 14 - Open vraag

Wat betekenen de woorden of uitdrukkingen in de volgende zinnen?

1 Op het ROC is deze week een introductieavond over opleidingen die je volgend jaar kunt volgen.
'introductie'

Slide 15 - Open vraag

Wat betekenen de woorden of uitdrukkingen in de volgende zinnen?
'Hebben jullie niks te doen? Jullie zitten al de hele dag voor de tv duimen te draaien.'

'duimen te draaien'

Slide 16 - Open vraag

Grammatica 

Slide 17 - Tekstslide

Noteer twee manieren om de persoonsvorm te vinden.


Slide 18 - Open vraag

Zou Gudrun haar zieke oma misschien een bos bloemen willen brengen?

Wat is de pv in deze zin?

Slide 19 - Open vraag

Zou Gudrun haar zieke oma misschien een bos bloemen willen brengen?

Wat is het onderwerp in deze zin?

Slide 20 - Open vraag

Zou Gudrun haar zieke oma misschien een bos bloemen willen brengen?

Wat is het gezegde in deze zin?

Slide 21 - Open vraag

Zou Gudrun haar zieke oma misschien een bos bloemen willen brengen?

Wat is het lijdend voorwerp deze zin?

Slide 22 - Open vraag

Zou Gudrun haar zieke oma misschien een bos bloemen willen brengen?

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?

Slide 23 - Open vraag

Welke woorden moeten met een hoofdletter in de zin:

voordat justin naar school gaat laat hij altijd eerst zijn hond uit

Slide 24 - Open vraag

Welke woorden moeten met een hoofdletter in de zin:

je kunt niet pinnen omdat het apparaat stuk is zei de verkoopster van de bijenkorf

Slide 25 - Open vraag

Schrijf de zin over en zet de leestekens op de juiste plek.

je kunt niet pinnen omdat het apparaat stuk is zei de verkoopster van de bijenkorf

Slide 26 - Open vraag