Klaar? Spel en jeugdjournaal(alleen als er goed wordt meegedaan met de les)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Programma
Voorbereiding op toets hs 4 (6e uur).
Feiten, meningen, argumenten.
Achtervoegsels.
Spelling verwijswoorden> bezit of geen bezit.
Spelling werkwoorden.
Dit gaan we oefenen.
Klaar? Spel en jeugdjournaal(alleen als er goed wordt meegedaan met de les)
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Aan welke woorden herken je de mening van Roos in de volgende alinea?
Roos: Het is afschuwelijk hoe sommige dieren worden toegetakeld. Omdat deze dierenbeulen gewoon vrij rondlopen, vind ik het hartstikke goed dat er een dierenpolitie komt.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het argument dat Roos geeft voor haar mening?
Roos: Het is afschuwelijk hoe sommige dieren worden toegetakeld. Omdat deze dierenbeulen gewoon vrij rondlopen, vind ik het hartstikke goed dat er een dierenpolitie komt.
Slide 5 - Open vraag
Staat er ook een feit in deze alinea?
Roos: Het is afschuwelijk hoe sommige dieren worden toegetakeld. Omdat deze dierenbeulen gewoon vrij rondlopen, vind ik het hartstikke goed dat er een dierenpolitie komt.
Slide 6 - Open vraag
Achtervoegsels
Staan achteraan een woord.
Geven een woord een bepaalde betekenis.
Slide 7 - Tekstslide
Als je achter het woord vrouw het achtervoegsel -lijk zet, welk woord staat er dan?
Slide 8 - Open vraag
Welk achtervoegsel kun je achter het woord lees- zetten?
A
-lijks
B
-ig
C
-baar
D
-heid
Slide 9 - Quizvraag
Maak een zin met daarin het woord 'zichtbaar'. Zorg dat de betekenis van het woord duidelijk wordt in de zin.
Slide 10 - Open vraag
Spelling
Bezit of geen bezit.
Slide 11 - Tekstslide
Gebruik je ‘mij’ en ‘jou’ als er wel of geen bezit achter staat?
Slide 12 - Open vraag
Me of mij? Ik ga altijd op ... fiets naar school.
Slide 13 - Open vraag
Me of mijn, je of jouw
Me/jou gebruik je bij geen bezit.
Heb je me gehoord?
Is voetbal geen leuke sport voor jou?
Mijn/jouw gebruik je als er een bezit achter staat.
Mijn telefoon.
Jouw kamer.
Slide 14 - Tekstslide
Jou of jouw? Ik wil ... best helpen.
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Spelling verleden tijd (v.t.)
Je moet eerst weten of het een sterk werkwoord of een zwak werkwoord is.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Vul het juiste woord in. Ik ... (schrijven) elke ochtend in mijn dagboek.
A
Schrijf
B
Schrijft
C
Schrijven
D
Schrijv
Slide 20 - Quizvraag
Vul het juiste woord in. Ik ... (schrijven) toen ik klein was elke ochtend in mijn dagboek.
A
schrijf
B
schreev
C
schreef
D
schrijft
Slide 21 - Quizvraag
Oefeningen werkwoordspelling t.t.
Meten
Slide 22 - Tekstslide
Ik (meten, t.t)
Slide 23 - Open vraag
Jij (meten, t.t)
Slide 24 - Open vraag
Hij/zij/het (meten, t.t)
Slide 25 - Open vraag
Wij (meten, t.t)
Slide 26 - Open vraag
Jullie (meten, t.t)
Slide 27 - Open vraag
Oefeningen werkwoordspelling v.t.
Slide 28 - Tekstslide
Vul de verleden tijd van spelen in. Ik ...
Slide 29 - Open vraag
Vul de verleden tijd van vergroten in. Wij ...
Slide 30 - Open vraag
Spel
Welk spel zou je graag willen spelen?
Galgje
Muzikant
Elektriciteit
Slide 31 - Tekstslide
Jeugdjournaal.
Je blijft op je plek.
Je houdt er rekening mee dat de rest het kan volgen.