Je brengt een beweging over van het ene naar het andere onderdeel.
Slide 2 - Tekstslide
OVERBRENGINGEN
Directe overbrenging (tandwielen)
Indirecte overbrengingen (ketting, snaar of tandriem)
Slide 3 - Tekstslide
Overbrengingen
Slide 4 - Tekstslide
Overbrengingen
Slide 5 - Tekstslide
De krukas
Slide 6 - Tekstslide
Tandwielen
indirecte
overbrenging
riem
nokkenwiel
(nokkenas)
drijfstang
kruk
(krukas)
Slide 7 - Tekstslide
Overbrengingen
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
Maak groepjes van 2!
Maak een schets van je idee
Maak het werkstuk aan de hand van je schets met aandacht voor het programma van eisen!
Slide 9 - Tekstslide
Programma van eisen
Het werkstuk “vertelt een verhaal”.
In het werkstuk zijn minstens twee verschillende overbrengingen gebruikt.
Het werkstuk is origineel. Je mag dus gebruik maken van bestaande ideeën, maar je geeft er een eigen draai aan.
De afmetingen van het werkstuk zijn niet hoger dan 40 cm, niet dieper dan 20 cm en niet breder dan 40 cm zijn. (het kan zijn dat je er thuis aan moet werken dus je moet hem mee kunnen nemen.)
Slide 10 - Tekstslide
Er moet een schets van het door jou ontworpen werkstuk. In de schets is duidelijk te zien hoe de overbrengingen in het werkstuk werken. Het mag een isometrische tekening zijn, maar het mag ook een tekening met de verschillende aanzichten zijn.
Het werkstuk moet goed afgewerkt zijn en het goed doen.