Commercieel les 2

Groothandel, retailhandel en detailhandel

Groothandel verkoopt niet aan consumenten
retailhandel = producten en diensten aan consumenten
detailhandel = enkel producten

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Groothandel, retailhandel en detailhandel

Groothandel verkoopt niet aan consumenten
retailhandel = producten en diensten aan consumenten
detailhandel = enkel producten

Slide 1 - Tekstslide

Een taxichauffeur hoort bij...
A
Groothandel
B
Retailhandel
C
Detailhandel

Slide 2 - Quizvraag

Een supermarkt hoort bij...
A
Groothandel
B
Retailhandel
C
Detailhandel

Slide 3 - Quizvraag

Een kapper hoort bij...
A
Groothandel
B
Retailhandel
C
Detailhandel

Slide 4 - Quizvraag

Een HANOS (leverancier horeca) hoort bij...
A
Groothandel
B
Retailhandel
C
Detailhandel

Slide 5 - Quizvraag

Assortiment
Breedte: Aantal verschillende productgroepen
Diepte: Aantal varianten binnen 1 productgroep
Hoogte: Prijsniveau
Lengte: Aantal producten in voorraad 
Consistentie: Samenhang van de producten

Slide 6 - Tekstslide

Jumbo bepaalt dat de prijzen iets omhoog gaan van de huismerken. Dit heeft te maken met...
A
hoogte van het assortiment
B
breedte van het assortiment
C
diepte van het assortiment
D
consistentie van het assortiment

Slide 7 - Quizvraag

Jumbo bepaalt er meer soorten hagelslag gaan komen iets omhoog gaan van de huismerken. Dit heeft te maken met...
A
hoogte van het assortiment
B
breedte van het assortiment
C
diepte van het assortiment
D
consistentie van het assortiment

Slide 8 - Quizvraag

Jumbo bepaalt dat er in de zomer naast meer vlees ook kant-en-klare BBQ's verkocht worden. Dit heeft te maken met...
A
hoogte van het assortiment
B
breedte van het assortiment
C
diepte van het assortiment
D
consistentie van het assortiment

Slide 9 - Quizvraag

Kern-/randassortiment
Kern = Brood bij de bakker
Rand = Niet standaard zoals wijn bij een kaasboer

Slide 10 - Tekstslide

Locaties
A1-locatie
A2-locatie
B-locatie
Kijk naar: Centrum? Parkeergelegenheid? 
Voor- en nadelen van elke locatie

Slide 11 - Tekstslide

1 = ??
A
A1-locatie
B
A2-locatie
C
B-locatie

Slide 12 - Quizvraag

2 = ??
A
A1-locatie
B
A2-locatie
C
B-locatie

Slide 13 - Quizvraag

3 = ??
A
A1-locatie
B
A2-locatie
C
B-locatie

Slide 14 - Quizvraag

Psychologische prijs
Prijs waardoor het goedkoper lijkt, maar afgerond toch het zelfde is. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een psychologische prijs wanneer de verkoopprijs €10,02 is?

Slide 16 - Open vraag

Distributie
Directe distributie = van productent naar consument
Indirecte distributie = via een winkel 

Slide 17 - Tekstslide

Schapindeling
Reikhoogte 
Ooghoogte (Gouden schap) 
Grijphoogte
Bukhoogte

Slide 18 - Tekstslide

B-merken staan veel op...
A
Reikhoogte
B
Ooghoogte
C
Grijphoogte
D
Bukhoogte

Slide 19 - Quizvraag

Welke producten staan op ooghoogte?
A
Producten van het huismerk
B
A-merken
C
Producten met de meeste winstmarge

Slide 20 - Quizvraag

Snoep ligt vooral op...
A
Ooghoogte
B
Bukhoogte
C
Grijphoogte
D
Reikhoogte

Slide 21 - Quizvraag

Fifo/lifo
First in first out: (Producten die als eerst over datum gaan vooraan zetten)
Last in first out: Tegenovergestelde

Slide 22 - Tekstslide

Rekenopgaven

Slide 23 - Tekstslide

Inkoopprijs
Brutowinst       + 
Verkoopprijs 
Btw                      + 
Consumentenprijs


Slide 24 - Tekstslide