Dagbesteding 8.1 t/m 8.3

Dagbesteding H8, paragraaf 8.1 t/m 8.3
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Dagbesteding H8, paragraaf 8.1 t/m 8.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik H7
  • Instructie 8.1 t/m 8.3
  • Aan de slag & huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

A. Wat zijn themagericht activiteiten?
B. Noem een voorbeeld van een themagerichte activiteit

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is empowerment?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de sociale vaardigheden aan die in de SOVA-training van Goldstein aan bod komen
A
Opkomen voor je mening
B
Gesprekken samenvatten
C
Luisteren
D
Ontvangen van feedback

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een .... leert een cliënt ermee omgaan als de basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect er niet zijn
A
Assertiviteitstraining
B
Weerbaarheidstraining
C
Agressiereguleringstraining
D
Territorium oefening

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 8
Vrije tijd


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe jij allemaal in je vrije tijd?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vrije tijd
= de tijd die overblijft wanneer je aan je vaste verplichtingen zoals werk en studie hebt voldaan. De tijd dus waarvan je de besteding dus vrij kunt indelen.

Vrije tijd = niet vrijblijvend!




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrije tijd nader beschouwd
de persoon die aan de dagbesteding meedoet;


de aard van de dagbesteding zelf;


de omgeving waarin de dagbesteding plaatsvindt;

de waarde van de dagbesteding.



Slide 10 - Tekstslide

Persoon: Vrijetijdsbesteding is een middel om ontspanning te bereiken. Hoe je die ontspanning bereikt is per persoon verschillend. Vrije tijd wordt als subjectief ervaren, wat voor de één vrije tijd is zal voor de ander als verplichting worden ervaren.

Aard:
media (televisiekijken en computeren);
sociale contacten, (burenbezoek, wijkgerichte activiteiten, chillen met vrienden);
maatschappelijke participatie (vrijwilligerswerk, mantelzorg en kerkgang);
uitgaan (film, cafébezoek, popfestival);
sport en bewegen;
hobby’s;
vrijetijdsmobiliteit.

Omgeving: binnenshuis/buitenshuis

Waarde: wat betekent het voor je? Levert het ontspanning of inspanning op? 




Vrije tijd is niet perse vrijetijdsbeleving.
Wanneer heb jij het idee dat je in je vrije tijd ook daadwerkelijk kunt ontspannen? Wat heb je daarvoor nodig?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vrijetijdsbeleving
Er is sprake van vrijetijdsbeleving als aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:

  • verrijkte waarneming (je beleeft alles om je heen heel intensief);
  • verstoring van het tijdsbesef (je hebt geen tijdsbesef meer, de tijd vliegt);
  • sterke persoonlijke betrokkenheid (je gaat helemaal op in de activiteit, je verliest jezelf);
  • gevoel van zorgeloosheid, plezier en genoegen.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan jij cliënten stimuleren om vrije tijd in te vullen?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag & huiswerk
  • Lezen 8.1 t/m 8.3
  • Digitale leeromgeving H3.8 opdracht 1a t/m 2d
  • Verwerkingsopdracht 'voorbereiding toets quizvragen'

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies