Aan het eind van deze les kun je iets vertellen over het ontstaan en uit elkaar vallen van de Hanzesteden
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisHBOStudiejaar 1
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Onderdelen in deze les
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je iets vertellen over het ontstaan en uit elkaar vallen van de Hanzesteden
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.
Slide 2 - Tekstslide
Introductie
- Topontmoeting voor de Gelderse Hanzesteden in Nunspeet
- Nieuw handelsakkoord
- Valse munters
- Bronzen Hanzepaardje
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet jij eigenlijk al van Hanzesteden?
Slide 4 - Woordweb
Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
Slide 5 - Tekstslide
Late Middeleeuwen
Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
Het is 'veiliger' en 'rustiger'
Er komt meer handel
Geld komt weer terug
Bevolking groeit
Er ontstaan steden
Macht van de steden neemt toe
De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen
Slide 6 - Tekstslide
Steden ontstaan
Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.
Slide 7 - Tekstslide
Steeds meer handel
Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
Overschotten worden verkocht of geruild op markten
Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.
Slide 8 - Tekstslide
Werken in een gilde
Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
Bij ziekte en overlijden kreeg het gezin hulp van het gilde.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker
Slide 9 - Tekstslide
De Hanze
- Handelaren zijn lid van een Hanzeverbond
- Hanze is een samenwerkingsverband tussen kooplieden, in verschillende steden, die dezelfde producten verhandelen
- Steden aan de IJssel
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.
Slide 10 - Tekstslide
Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze.
Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting.
Slide 11 - Tekstslide
- Handel in zout, graan, ijzer, vis, wijn, bier en dierenhuiden
- Koggeschepen
- Jaarmarkten
- Straffen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
- Handel in zout, graan, ijzer, vis, wijn, bier en dierenhuiden
- Koggeschepen
- Jaarmarkten
- Straffen
Slide 14 - Tekstslide
- Brug over de IJssel in Kampen - Gebouwd in 1448 door Kamperstadsbestuur
Slide 15 - Tekstslide
Erfenis van de Hanze
- Sassenpoort Zwolle
Slide 16 - Tekstslide
- In 2000 trekt een opgraving van een koggeschip in Antwerpen veel bekijks.
Slide 17 - Tekstslide
- Stadspoort Kampen
Slide 18 - Tekstslide
Einde van de Hanze
- Hanzesteden handelen steeds vaker uit eigen belang
- Moedernegotie
- Antwerpen en Amsterdam als handelscentrum
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Einde van de Hanze
- Hanzesteden handelen steeds vaker uit eigen belang
- Moedernegotie
- Antwerpen en Amsterdam als handelscentrum
Slide 21 - Tekstslide
Video
Canonclips: De Hanze
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
In 1267 werd de Hanze opgericht. Wat is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
De IJssel was een rivier waaraan veel Hanze steden lagen.
Slide 24 - Quizvraag
Hoe heet een containerschip in de Hanze?
A
Bolschip
B
Kogge
C
Galjoen
D
Kraak
Slide 25 - Quizvraag
In 1356 gaan hele steden met elkaar samenwerken. Waar werd dit bepaalt?
A
Hamburg
B
Deventer
C
Lübeck
D
Gdansk
Slide 26 - Quizvraag
Wat waren de grootste Hanzesteden in Nederland?
A
Zwolle, Doesburg, Deventer, Harderwijk
B
Hattem, Kampen, Zwolle, Hasselt
C
Zutphen, Deventer, Zwolle, Doesburg
D
Deventer, Zwolle, Kampen, Zutphen
Slide 27 - Quizvraag
Langs welke rivier lagen de grootste Hanzesteden in Nederland?
A
De Rijn
B
De Maas
C
De IJssel
D
De Waal
Slide 28 - Quizvraag
Wat werd aan het einde van de Hanze als eerste het nieuwe handelscentrum?
A
Antwerpen
B
Amsterdam
C
Lübeck
D
Brussel
Slide 29 - Quizvraag
Waar of niet waar? De erfenis van de Hanze is nog steeds te zien
A
Waar
B
Niet waar
C
Waar
D
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
Hoe wordt de handel op de Oostzee in de periode na de Hanze genoemd?
A
Moedernegotie
B
Stapelplaats
C
Lijfland
D
Sonttol
Slide 31 - Quizvraag
Waardoor neemt de macht van de Hanzesteden af? Meerdere antwoorden zijn mogelijk
A
Handel vanuit eigenbelang
B
Amsterdam gaat over de IJssel varen
C
De schepen zijn afgebrand
D
Verzanding van de rivier
Slide 32 - Quizvraag
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 33 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen