De Hanzesteden

.
De Hanzesteden
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisWoordenschat+4BasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Hoe meer handel er kwam, hoe vaker handelaren met elkaar gingen samenwerken. Ook steden gingen elkaar helpen. Een van de belangrijkste voorbeelden daarvan is de Hanze.

Onderdelen in deze les

.
De Hanzesteden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klikplaat Hanzesteden
Je ziet hier een middeleeuws koggeschip. Dit was het eerste grote en zeewaardige schip dat in Nederland gebruikt werd: het was 15 tot 30 meter lang en in het laadruim pasten wel 200 grote tonnen met spullen. Kooplieden voeren ermee over alle Europese zeeën: over de Noordzee naar Engeland en over de Oostzee tot in Rusland.
Om de stad binnen te komen moesten de handelaren door de stadspoort. Veel Hanzesteden waren dankzij de handel rijk en machtig. Dat kun je nog altijd goed zien aan de mooie huizen, de stadspoorten en de resten van de hoge muren rond de steden. 
Hanzesteden lagen bijna altijd aan het water: daar konden de koggeschepen gemakkelijk afmeren en hun handelswaren aan wal brengen. In Nederland liggen de belangrijkste Hanzesteden aan de rivier de IJssel, zoals Zutphen, Deventer, Zwolle en Kampen. 
De Hanze begon als een groep handelaren die samenwerkten. Ze woonden in verschillende steden en handelden in dezelfde producten. Door samen te werken werkten ze goedkoper en konden ze samen veilig reizen. Ook konden ze veel producten tegelijk kopen of verkopen. 
Hanzekooplieden handelden vooral in zout, graan, vis, hout, wijn, bier, dierenhuiden en linnen. Veel van die spullen werden in grote stevige tonnen gestopt. Op die manier waren de dure spullen veilig verpakt en konden ze gemakkelijk verplaatst worden. In een koggeschip pasten wel 200 tonnen.
De Hanze was sinds 1356 een verbond van Noord-Europese steden die handel met elkaar dreven. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragenmuur 
Wat zou je willen weten over de Hanzesteden?  Schrijf jouw vragen op en plak ze op de vragenmuur!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie
Na deze les:

  • kan ik de tijd van de Hanzesteden plaatsen op de tijdbalk. 
  • weet ik wat het verbond van Hanzesteden is, welke steden hierbij horen en hoe het ontstaan is.  
  • kan ik uitleggen hoe de samenwerking in de handel tussen de Hanzesteden verliep. 
  • weet ik wat een koggeschip is. 


Dit ga je leren
Woordenschat
Na deze les:

  • begrijp ik de belangrijke woorden die met de Hanzesteden te maken hebben. 
Taal
Na de les:

  • kan ik een scène uit een script over een toneelstuk over de tijd van de Hanzesteden schrijven. 

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen.
Over welke tijd hebben we het?
De Hanzesteden 
c.a. 1356 - ± 1450

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verdiepende tekst
Klik op de loep en daarna op de tekst om de tekst te vergroten.

Lees de tekst en arceer de woorden die je nog niet goed begrijpt. 

Arceer in ieder geval: 
  • de handel 
  • handel drijven 
  • de overeenkomst
  • opleveren 
  • de ligging 
  • de producten 
  • de goederen 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat
eten
het ontbijt
de lunch
het diner
Ga met behulp van de hulpkaart op zoek naar de betekenis van de woorden die jij hebt gearceerd. 
Weet je de betekenis nog niet? Zoek dan de betekenis van het woord op, op deze website. Schrijf de betekenis voor jezelf op. Horen er woorden bij elkaar? Maak dan een woordparaplu, -kast of -trap.
groot
klein
muis
olifant
Hulpkaart
woordparaplu
woordtrap
woordkast

Slide 7 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de belangrijke woorden met uw leerlingen. De hulpkaart kan helpen om achter de betekenis van de woorden te komen. In hun logboek noteren de leerlingen de betekenis van de woorden die ze nog niet kenden.
Woordenschat
de handel
handel drijven
Geld verdienen door iets te verkopen.
In de Hanzesteden werd veel handel gedreven.
de goederen / de producten
Spullen.
In het schip passen veel goederen en producten.
de overeenkomst
Iets dat hetzelfde is.
De zusjes hebben veel overeenkomsten, zo hebben ze allebei bruin haar en bruine ogen.
de ligging
De plek waar iets ligt.
De Hanzesteden hadden een goede ligging aan het water.

Slide 8 - Tekstslide

Woordenschat
Bespreek de moeilijke woorden met uw leerlingen.
Filmpje
Klik hier voor de video. 

Slide 9 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!
De Hanzesteden vinden plaats in de  tijd van steden en staten. Sleep het kasteel naar het juiste jaartal op de tijdlijn.
tot 3000 v. Chr. 
500 - 1000 
1500 - 1600
1600 - 1700
1800 - 1900
1900 - nu

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

en filmpjes
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Waarom ontstonden steden vaak aan rivieren?
A
Deze ligging was goed voor de handel.
B
Rivieren waren een mooi uitzicht voor de burgers.
C
Daar was de meeste plek om huizen te bouwen.
D
Dit was toeval.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Welke zinnen zijn waar en welke niet?
Slepen maar!
Dit is waar!
Dit is niet waar!
Kooplieden woonden het liefste bij een kasteel of kerk.
Het was veilig voor kooplieden om van stad naar stad te reizen.
Kooplieden verkochten hun goederen op markten in de stad.

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

en filmpjes
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Is deze uitspraak WAAR of NIET WAAR?
Hanzesteden lagen alleen in Nederland. 
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Alet
Waarom wilden steden graag bij de Hanzesteden horen? 
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Hoe heet dit nieuwe schip dat gebruikt werd in de Hanzesteden?
Een koggeschip
Een knarr
Een zeilboot

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Alet
Waarom denk jij dat de Hanzesteden samen sterker stonden dan alleen? Bespreek het met je schoudermaatje. 
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

en filmpjes
Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Welke Nederlandse stad is een stad vol handel, 
maar geen Hanzestad? 
A
Arnhem
B
Deventer
C
Nijmegen
D
Amsterdam

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij het goed begrepen?
Test je kennis!
Wat gebeurde er in de tijd van de Hanzesteden? Sleep het woord naar de juiste stippellijn. 
De Hanzesteden hadden een goede ................................. aan het water. 
Op de kades van de IJssel werd door kooplieden veel handel .................................. . De ....................................  van de Hanze werden in grote tonnen gestopt zodat ze veilig verpakt bleven tijdens de reis tussen de verschillende steden. 
ligging
gedreven
goederen
boot
kooplieden

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdracht
Je hebt deze les veel geleerd over de Hanzesteden. Dit is zo'n indrukwekkende en belangrijke tijd in de geschiedenis dat er een toneelstuk over wordt gemaakt. De acteurs en actrices moeten aan de hand van een script een stuk opvoeren. Aan jullie de taak om een scène uit het toneelstuk te schrijven. Geen zorgen, ik help je op weg!

Slide 20 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht
Voorbeeld van een script  
Lees de tekst hiernaast. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

en filmpjes
Waar zou jij deze tekst tegen kunnen komen, denk je? 
A
In een boek over opgravingen.
B
In een folder van een museum.
C
In een boekje voor een musical.
D
In een stripboek.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Alet
Vergelijk de tekst met een tekst uit een leesboek.
Welke verschillen zie je? Bespreek het met je schoudermaatje. 

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is Alet
Waarom heeft de schrijver de schuingedrukte stukjes 
geschreven, denk je?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie: wat is een script en hoe ziet het eruit?
  • Een script is bedoeld voor acteurs. Zij leren de tekst uit hun hoofd. Een script wordt gebruikt voor een toneelstuk, een musical en voor films en televisieseries. Ze weten wat ze moeten doen en wat ze moeten zeggen. 

  • Het doel van de schrijver: hij wil de acteurs duidelijk maken wat ze moeten zeggen en hoe de situatie op het toneel eruitziet. Uiteindelijk wil de schrijver je vermaken. Hij doet dat door het verhaal spannend of grappig te maken. 

  • In een script staat aan de linkerkant (vaak dikgedrukt) wie het moet zeggen. Achter de dubbele punt lees je wat de persoon moet zeggen, dit staat tussen aanhalingstekens: Marco: 'Hallo!'  

  • In een script staat beschreven wat er tussen het praten door gebeurt. Waar het zich afspeelt en wie er in de scène voorkomen: Marco en Anita staan in de keuken. Anita is erg zenuwachtig en omdat ze zo trilt, laat ze haar kopje vallen. 







Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het script
Gebruik het schrijfkader voor jouw scène. 
Verhaallijn 
De grote verhaallijn weet je al. Het gaat over het leven in de tijd van de Hanzesteden.

Personages omschrijven 
Schrijf kort voor ieder personage op hoe hij/zij heet, de leeftijd en karaktereigenschappen zoals snel boos, heel creatief of super slim. Schrijf op hoe het personage eruitziet. Je mag ook een tekening maken. 

Samenvatting scène
Schrijf kort op waar de scène over gaat, wie erin voorkomen, waar het zich afspeelt en wat er gebeurt. Gebruik de woorden en informatie uit de les. 


Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Werk in tweetallen. Schrijf een script voor een scène uit het toneelstuk over de Hanzesteden.

De checklist hiernaast kan je helpen!
De opdracht

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanpassen en verbeteren
Laat een ander tweetal jullie tekst lezen. Bekijk samen de checklist nog een keertje. Vinden jullie dat de tekst aan alle punten uit de checklist voldoet? Zijn er nog dingen die jullie kunnen verbeteren?

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laat maar zien!
Zijn jullie tevreden over jullie script? Werk dan samen met klasgenootjes en speel de scène uit! Hebben jullie nog attributen nodig? Zoek deze dan bij elkaar voor je begint. 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
EENS of ONEENS
Draai aan het rad en bespreek de stellingen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wereldoriëntatie

  • Ik kan de tijd van de Hanzesteden plaatsen op de tijdbalk. 
  • Ik weet wat het verbond van Hanzesteden is, welke steden hierbij horen en hoe het ontstaan is.  
  • Ik kan uitleggen hoe de samenwerking in de handel tussen de Hanzesteden verliep. 
  • Ik weet wat een koggeschip is. 


Dit weet ik nu ... & Dit kan ik nu ... 
Woordenschat
  • Ik begrijp de belangrijke woorden die met de Hanzesteden te maken hebben. 
Taal

  • Ik kan een scène uit een script over een toneelstuk over de tijd van de Hanzesteden schrijven. 
Schrijf jij in je projectschrift wat je deze les hebt geleerd?

Slide 31 - Tekstslide

Terugkoppeling lesdoelen
Bespreek de lesdoelen met uw leerlingen. Wat hebben uw leerlingen geleerd?
Vragenmuur & Weetmuur
  • Op welke vragen hebben jullie deze les antwoord gekregen?
  • Welke vragen zijn nog onbeantwoord?
  • Hoe kun je ervoor zorgen dat je toch achter het antwoord op deze vragen komt?

Slide 32 - Tekstslide

Vragenmuur & weetmuur
Bekijk samen met de leerlingen de vragenmuur. Zijn er al vragen beantwoord? Verplaats die vragen naar de weetmuur. Zijn er tijdens deze les nieuwe vragen ontstaan?
Tot de volgende keer!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies