werkwoordspelling 4

werkwoordspelling 4
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

werkwoordspelling 4

Slide 1 - Tekstslide

De inbrekers ... (openen, v.t.) de deur met een koevoet.

Slide 2 - Open vraag

Daarna ... (forceren) ze de kluis en vertrokken ze met de inhoud.

Slide 3 - Open vraag

Gelukkig ... (arresteren) de politie de inbrekers dezelfde avond nog.

Slide 4 - Open vraag

Er ... (worden, t.t.) vandaag goed gewerkt.

Slide 5 - Open vraag

Het woord 'griots' ... (beteken, t.t.) niets.

Slide 6 - Open vraag

Hij ... (mixen, v.t.) de limoen met de kokosnoot.

Slide 7 - Open vraag

...(rennen) naar de bus, struikelde ze over haar veters.

Slide 8 - Open vraag

Slordigheid ... (vergroten, t.t.) de kans op fouten.

Slide 9 - Open vraag

Hier ... (gebeuren, t.t.) nooit iets!

Slide 10 - Open vraag

Ze ... (uploaden) gisteren haar werk.

Slide 11 - Open vraag

Zijn zusje ... (deleten, v.t.) per ongeluk al zijn werk.

Slide 12 - Open vraag

Ze ... (grinniken) allebei toen de leraar struikelde.

Slide 13 - Open vraag

In een gehuurde boot ... (zeilen, v.t.) wij de wereld rond.

Slide 14 - Open vraag