Subcutaan infuus - Hypodermoclyse week 2

Hypodermoclyse
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hypodermoclyse

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen:
Na deze les kun jij...
- De plaatsen benoemen waar de hypodermoclyse infuus geplaatst kan worden
- De stappen benoemen van het inbrengen van een hypodermoclyse infuus
- De stappen benoemen van het verzorgen van een hypodermoclyse  infuus
-  De indicatie en complicaties benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypodermoclyse

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Subcutaan infuus
Bij een hypodermoclysesubcutaan infuus worden vocht of medicijnen toegediend onder de huid.

Vertaling vanuit het Latijns:
Sub = onder
Cutis = huid

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke plaatsen kan een subcutaan infuus / butterfly worden ingebracht?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Plaats bepalen
  • In het bovenbeen aan voor- of zijkant (15 cm boven de knie)
  • In de buik (min. 2 cm van de navel af)
  • In de bovenarm (niet aan de binnenkant)
  • In het gebied tussen sleutelbeen en borst, of onder de borst
  • In het gebied tussen de schouderbladen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe diep wordt de naald ingebracht bij een subcutane infuus?
A
20 - 25 graden
B
45 - 50 graden
C
30 - 40 graden
D
55 - 60 graden

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is niet een geschikte locatie voor het plaatsen van een subcutaan infuus?
A
Buik
B
Bil
C
Borstgebied tussen sleutelbeen en borst
D
Tussen schouderbladen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een indicaties voor een hypodermoclyse infusie kan zijn dat:

"de medicijnen .................. moeten worden toegediend"
A
Zeer geleidelijk
B
Heel snel
C
Intermitterend
D
Voor lange tijd

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indicaties
Bij een (dreigend) vochttekort en verstoorde vochthuishouding door b.v.: 
  • Slikproblemen
  • Koorts, misselijkheid/braken, diarree 
  • Verminderd bewustzijn of delier
  • Algemene zwakte t.g.v. ouderdom of terminaal zijn 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vleugelnaald (Vlindernaald):
  • Naald heeft twee flexibele vleugels die het plaatsen/vastmaken vergemakkelijken
  • Naald is voorzien van verlengslang met luerlock 
  • Vlindernaald wordt verbonden aan infuussysteem, gekoppeld aan een infuuszak
Kunststofcanule:
  • Zijn buigzaam.

  • Net als bij perifere infusen bevat de canule een opvoernaald die je verwijderd na het inbrengen.

  • Wordt gebruikt bij behandeling die meerdere dagen duurt, omdat de naald niet blijft zitten.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje van het Skills
Hypodermoclyse

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vloeistof wordt meestal gebruikt bij een subcutaan infuus?
A
Glucose
B
Kaliumchloride
C
NaCl 0,9%
D
Ringer's lactaat

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgen
  • Controleer de insteekplaats dagelijks op verschijnselen die kunnen duiden op een lokale infectie: Roodheid, zwelling, pijn, warmte, functieverlies.

  • Gebruik de no-touch-methode.
  • Zorg voor een gesloten systeem. Dat wil zeggen: zorg dat via de gebruikte infuusmaterialen zo min mogelijk of zo kort mogelijk een open verbinding is met de omgeving. Dit verlaagt het risico op infectie
  • Wisselen van de vlindernaald is 24 - 48 uur. Is mede afhankelijk van het soort naald en hoeveelheid vocht. Zie de gebruikshandleiding van de vlindernaald voor informatie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten
  • Ontlucht de vleugelnaald met slangetje met de toe te dienen medicatie of met fysiologisch zout 0,9%.
  • Dek vleugelnaald af met transparante pleister.
  • Sluit de vleugelnaald af met een afsluitdopje  
  • Bij steeds dezelfde medicatie: niet door spuiten met NaCl 0.9%
  • Bij verschillende medicatie: bij elke gift doorspuiten met fysiologisch zout

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wisselen infuusmateriaal & pleister 
  • Bij zichtbare verontreiniging, beschadiging of problemen 
  • Pleister 1 x per 7 dagen bij transparante-, antimicrobiële pleister
  • Infuussysteem + connector: bij  continue toediening  tussen 96 uur en 7 dagen
  • Infuussysteem: bij intermiterende toediening 1 x 24 uur
  • Zijlijn: bij intermiterende toediening 1 x 24 uur
  • Driewegkraantje  1 x 96 uur
  • Combineer het vervangen van de verschillende materialen zoveel mogelijk in één keer
  • Gebruik ook jouw eigen observaties in de keuze tot wisselen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen de complicaties zijn?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties
Oedeem: het subcutane weefsel kan de vloeistof niet verwerken > verminder de inloopsnelheid in overleg arts en/of verdeel de vloeistof over een tweede vlindernaald
Allergische reactie: ZV wordt onwel
> stop toediening
Ontsteking verschijnselen: Insteekplaats is rood, gezwollen en pijnlijk
> verwijder de canule, breng z'n. op een andere plaats een nieuwe in

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje van het Skills
Inbrengen subcutane infuuscanule

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen

Een zorgvrager krijgt subcutaan 0,5 liter NaCl plus 150 ml waarin Morfine zit opgelost. Deze wordt toegediend met een druppelregelaar. Het moet in 4 uur inlopen. Op welke druppelsnelheid per min stel je de druppelregelaar in?  

Slide 20 - Tekstslide

0,5 liter= 500 ml
500 ml + 150 ml = 650 ml totaal
650 ml x 20 druppels = 13000 druppels
4 uur inlopen = 240 minuten inlopen
13000 druppels : 240 minuten = 54,17 druppels/minuut = 54 a 55 druppels/minuut 
Vraag:
Een zorgvrager krijgt subcutaan 0,5 liter NaCl plus 150 ml waarin Morfine zit opgelost. Deze wordt toegediend met een druppelregelaar. Het moet in 4 uur inlopen. Op welke druppelsnelheid per min stel je de druppelregelaar in?  

Geheugensteuntje:
1 ml = 20 druppels

Stap 1: Hoeveel vloeistof in totaal: 
0,5 liter= 500 ml
500 ml + 150 ml = 650 ml totaal
Stap 2: Hoeveel druppels zijn dit? 
650 ml x 20 druppels = 13000 druppels

Stap 3: In hoeveel tijd/minuten moet dit inlopen
4 uur  x 60 min = totaal in 240 minuten inlopen

Stap 4: Hoeveel druppels per minuut is dit?
13000 druppels : 240 minuten = 54,17

Stap 5: Afgerond is dit? 
druppels/minuut = 54 a 55 druppels/minuut 



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen

Je kijkt op de klok en ziet dat het 11.15 uur is. Een infuus loopt in met een snelheid van 30 druppels/ min. Er moet in totaal 150 ml inlopen. Hoe laat is het volledige infuus ingelopen?  

Slide 22 - Tekstslide

30 druppels/minuut : 20 druppels = 1,5 ml/min
150 ml : 1,5 ml/min = 100 min = 1 uur en 40 minuten
11.15 uur + 1 uur en 40 minuten = 12.55 uur
  
Vraag:
Je kijkt op de klok en ziet dat het 11.15 uur is. Een infuus loopt in met een snelheid van 30 druppels/ min. Er moet in totaal 150 ml inlopen. Hoe laat is het volledige infuus ingelopen?   

Geheugensteuntje: 
1 ml = 20 druppels

Stap 1: Reken uit hoeveel ml vloeistof er per minuut gegeven wordt?
30 druppels/minuut : 20 druppels = 1,5 ml/min 

Stap 2: Hoeveel tijd is nodig voor het inlopen van  150ml? 
150 ml : 1,5 ml/min = 100 min = 1 uur en 40 minuten 

Stap 3: Hoe laat is precies is de vloeistof ingelopen? 
11.15 uur + 1 uur en 40 minuten = 12.55 uur 

 



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen

Een ZV krijgt een subcutaan infuus met 1l/24 uur Nacl 0.9%.  Je hebt een 2 x een zak van 0,5 liter / Nacl 0,9%. 
Op hoeveel ml/ uur stel je de pomp in?  

Slide 24 - Tekstslide

30 druppels/minuut : 20 druppels = 1,5 ml/min
150 ml : 1,5 ml/min = 100 min = 1 uur en 40 minuten
11.15 uur + 1 uur en 40 minuten = 12.55 uur
  
Vraag:
Een ZV krijgt een subcutaan infuus 
met 1l / 24 uur Nacl 0.9%. Je hebt een 2 x een zak van 0,5 liter / Nacl 0,9%.  Op hoeveel ml/ uur stel je de pomp in?  

Geheugensteuntje: 
1 ml = 20 druppels

Stap 1: Reken uit hoeveel ml vloeistof er per uur gegeven wordt?
1 liter = 1000 ml : 24 uur = 41.66
= 41 - 42 ml per uur


 



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen

Een infuus moet worden doorgespoeld. Je krijgt een zak van 0,1 liter welke in 10 minuten moet inlopen. Op hoeveel ml/ uur stel je de pomp in?  

Slide 26 - Tekstslide

30 druppels/minuut : 20 druppels = 1,5 ml/min
150 ml : 1,5 ml/min = 100 min = 1 uur en 40 minuten
11.15 uur + 1 uur en 40 minuten = 12.55 uur
  
Vraag:
Een infuus moet worden doorgespoeld. Je krijgt een zak van 0,1 liter welke in 10 minuten moet inlopen. Op hoeveel ml/ uur stel je de pomp in?  

Geheugensteuntje:
(ml hoeveelheid x 60 minuten = inloopsnelheid ml / de stand van de pomp
Stap 1: Reken uit hoeveel ml vloeistof er  gegeven wordt?
 0,1 liter = 100 ml 

Stap 2: Hoeveel ml is dit per minuut?
100 ml : 10 minuten = 10ml/ per minuut 

Stap 3: Op welke stand komt de infuuspomp te staan voor het laten inlopen van  100 ml in 10 minuten? 
10 ml X 60  min = stand 600 ml per uur 




 



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen

Een infuus moet worden doorgespoeld. Je krijgt een zak van 0,25 liter welke in 40 minuten moet inlopen. 
Op hoeveel ml/ uur stel je de pomp in?  

Slide 28 - Tekstslide

30 druppels/minuut : 20 druppels = 1,5 ml/min
150 ml : 1,5 ml/min = 100 min = 1 uur en 40 minuten
11.15 uur + 1 uur en 40 minuten = 12.55 uur
  
Vraag:
Een infuus moet worden doorgespoeld. Je krijgt een zak van 0,25 liter welke in 40 minuten moet inlopen. Op hoeveel ml/ uur stel je de pomp in?  

Geheugensteuntje:
(ml hoeveelheid x 60 minuten = inloopsnelheid ml / de stand van de pomp
Stap 1: Reken uit hoeveel ml vloeistof er  gegeven wordt?
 0,25 liter = 250 ml

Stap 2: Hoeveel ml is dit per minuut?
250 ml : 40 minuten = 6,25 ml/minuut 

Stap 3: Op welke stand komt de infuuspomp te staan voor het laten inlopen van  250 ml in 40 minuten? 
6.25 ml x 60 minuten = stand 375ml / ml per uur 




 



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hebben jullie nog vragen?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evalueren
Wat heb je vandaag geleerd?
Tips voor een volgende les?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies