4 havo A 22 september

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

4 havo 22 september

Huiswerkcontrole

Dictee van de dag

Huiswerk bespreken

Tekst Straattaal maken nakijken

Inleiding-kern (middenstuk)-slot

Teksten effectief lezen maken

Zin 1

Na Prinsjesdag debatteert de Tweede Kamer over de begroting en verdedigt het demissionaire kabinet de plannen.

Zin 2

De SP-voorvrouw vindt het woord bestaanszekerheid verschrikkelijk. 

Bespreken

Vraag 1,2 en 10 blz. 38/39  

Tekstsoort = verhalend, feitelijk, waarderend

Subcategorie: vertelling, verslag, uiteenzetting, beschouwing, betoog

Tekstdoel = amuseren, informeren, activeren, instrueren, overtuigen

Tekstvorm= roman, recept, lesboek, betoog, essay

Aan de slag

1) Lees tekst blz. 40 

2) maak vraag 11 t/m 17 blz. 41

3) Kijk na, omcirkel, corrigeer en beantwoord vragen 

4) lever in

Tweede uur

Dictee van de dag

Inleiding-kern-slot

Afronden en inleveren Straattaal

Tekst blz. 44 Maken vraag 13 t/m 18 blz. 44/45

Klaar: Birk of Numo

Inleiding-kern-slot

Inleiding

Functie?

Kennismaking onderwerp

Tekstopbouw

Aandacht trekken 

Hoe dan?

Actualiteit, prikkelende vraag, anekdote

Aan de slag

1) Straattaal afgerond en ingeleverd

2) Tekst blz. 44 Maken vraag 13 t/m 18 blz. 44/45

Klaar: Birk of Numo

Tekstsoorten

Verhalende tekstsoorten: vertelling (dagboek), verhaal (roman)

Feitelijke tekstsoorten: verslag (notulen), procedure (recept), verklaring/uiteenzetting (lesboek), oproep/verzoek (reclame)

Waarderende tekstsoorten: beschouwing (essay), betoog (ingezonden brief), respons (recensie)

Aan de slag

1) Tekst blz. 40 vraag 11 t/m 17

2) Taak Numo

3) lezen Gebr. 

Aan de slag

Opdracht 9 a t/m f blz. 35 : inleveren

Uitdelen boek 1 (vrijdag mee)

Birk

Eindexamen: 8 boeken

Gebr.

Eindexamen: 8 boeken

Leerdoelen

1: R 

2: T1

3: T2

4: I

*Leerdoelen zijn RTTI geformuleerd (in leerlingentaal).

Instructie 

Instructie 

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen