3.3 Vergelijkingen met wortels

Maak 49 
42, 43, 47
timer
5:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Maak 49 
42, 43, 47
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Vergelijkingen met wortels
  • In opgave 49 komen lineaire vergelijkingen met wortels voor.
  • Ook de vergelijking x√2 - 3 = √6 is een lineaire vergelijking.
  • Bij het oplossen van deze vergelijking laat je de term met x in het linkerlid staan en zorg je ervoor dat de overige termen in het rechterlid komen.
  • Zie voorbeeld a.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeeld
Los exact op.
a. x√2 - 3 =√6


Slide 3 - Tekstslide

Vergelijkingen met wortels
  • Bij de vergelijking x√2 + 2x =8 breng je eerst x buiten haakjes
  • De oplossing x = 8 / √(2) + 2 in voorbeeld b  hoeft niet verder herleid te worden.
  • Als de oplossing benaderd moet worden,
  • dan tik je 8/√2 +2 in op de GR.
  • je krijgt x ongeveer 2,34

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Los exact op.
b. x√2 + 2x = 8

Slide 5 - Tekstslide

Aan het werk...
rechthoek: 50, 51, 54 + nakijken
cirkel: 50, 51, 54 + nakijken
ster: 52, 53, 54 + nakijken
timer
10:00

Slide 6 - Tekstslide

Bijzondere rechthoekige driehoeken
  • In figuur 3.47 is de gelijkbenige driehoek ABC met rechthoekszijden a getekend.
  • In ∆ABC is AC2 = AB2 + BC2 
  • AC2 = a2 + a2
  • AC2 = 2a2
  • AC = √(2a2)= a√2

Slide 7 - Tekstslide

Bijzondere rechthoekige driehoeken
  • In figuur 3.47 zijn de lengten van de zijden dus a, a en a√2.
  • De verhouding van de zijden is dus 1 : 1 : √2. 

Slide 8 - Tekstslide

Bijzondere rechthoekige driehoeken
De zijden van een gelijkbenige rechthoekige driehoek verhouden zich als 1 : 1 : √2

Slide 9 - Tekstslide

Bijzondere rechthoekige driehoeken
  • In opgave 54 heb je ontdekt dat de zijden van een halve gelijkzijdige driehoek de lengten a, 2a, a√3 hebben.
  • De verhouding van de zijden is dus 1 : 2 : √3.

Slide 10 - Tekstslide

Bijzondere rechthoekige driehoeken
De zijden van een rechthoekige driehoek waarvan de scherpe hoeken 30° en 60° zijn, verhouden zich als 1 : 2 : √3.

Slide 11 - Tekstslide

Bijzondere rechthoekige driehoeken
  • In figuur 3.48 is AC = 12.
  • Dit geeft AB = 12/√2 = 12/√2 * √2/√2 = 12√2/2 = 6√2.

Slide 12 - Tekstslide

Bijzondere rechthoekige driehoeken
  • In figuur 3.49 is PQ = 12.
  • Dit geeft QR = 12/√3 = 12/√3 * √3/√3 = 12√3/3 = 4√3 en                PR = 2 * 4√3 = 8√3.

Slide 13 - Tekstslide

Bijzondere rechthoekige driehoeken
  • In de volgende opgaven komt soms de opdracht 'Toon aan' voor.
  • Bij aantonen geef je een redenering en/of berekening waaruit de juistheid van het gestelde blijkt.
  • Uit de uitwerking moet blijken welke stappen zijn gezet.
  • Het geven van enkele getallenvoorbeelden is niet voldoende.

Slide 14 - Tekstslide

Toon aan dat
AD=10+103

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk...
vierkant: 50, 51, 55, 56, 58, 59, 60 + nakijken
cirkel: 50, 51, 55, 56, 58, 59, 60 + nakijken
ster: 53, 55, 56, 58, 60, 62 + nakijken

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
52, 57, 61 + nakijken en insturen via teams
Pw H3 8 januari

Slide 23 - Tekstslide