Maatschappelijke en sociale vorming

1. Visie op sociaal gedrag
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Toegepaste gedragswetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

1. Visie op sociaal gedrag

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Inleidende begrippen
  • MENS <-> SAMENLEVING
  • Materiële omgeving
  • Sociale omgeving

Slide 2 - Tekstslide

1.2 Sociaal gedrag
  • Elk menselijk gedrag is interpersoonlijk of sociaal gedrag . 
(oorzaak en gevolg)
  • Proberen van angst te vermijden
  • Belonen van goed gedrag
  • Behoefte aan waardering en aanvaarding door anderen en zichzelf.

Slide 3 - Tekstslide

1.2.1 De roos van Leary
  • Amerikaans psycholoog
  • Ontwikkelde in 1957 theorie over hoe de mens in relatie staat tot de ander
  • maakt reactie van de ander voorspelbaar
  • Roos van Leary = interactiecirkel
  • Helpt om gedrag te analyseren wanneer het moeilijk loopt.

Slide 4 - Tekstslide

1.2.2 Assen en kernkwadranten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

In welke sector bevindt Franky zich?

Slide 12 - Open vraag

In welke sector bevindt Alain zich?

Slide 13 - Open vraag

Aangepast en onaangepast gedrag
Bij het overlopen van de verschillende sectoren heb je wellicht opgemerkt dat elke sector positieve en negatieve aspecten heeft. Elke vorm van gedrag kan op een gepaste of op een extreme manier gesteld worden.

Slide 14 - Tekstslide

Leary spreekt van onaangepast gedrag wanneer een bepaald gedragspatroon
1. Een te grote intensiteit vertoont: extreme vormen van gedrag

2. Dwangmatig is: dit wil zeggen dat iemand altijd op dezelfde manier reageert op anderen (binnen 1 of enkele sectoren)

Slide 15 - Tekstslide

Hij stelt dat iemand pas goed functioneert en een aangepaste persoonlijkheid heeft als hij de verschillende interactievormen soepel kan gebruiken, waarmee hij wil zeggen dat alle interactievormen in het gedrag op een gepast moment aan bod komen, zonder te vervallen in extreme vormen.

Slide 16 - Tekstslide

Interactie

Slide 17 - Tekstslide

Als twee mensen samen in hetzelfde kwadrant zitten, houden zij hetzelfde gedrag in stand. Per kwadrant ligt het volgende effect voor de hand:
· Allebei in het kwadrant Boven/Tegen: Ze belanden in een machtsstrijd.

· Allebei in het kwadrant Boven/Samen: Ze willen beiden graag hun eigen plan uitvoeren, maar tegelijk gewaardeerd worden.
· Allebei in het kwadrant Onder/Samen: Ze komen niet veel verder, omdat initiatief ontbreekt.
· Allebei in het kwadrant Onder/Tegen: Ze versterken elkaar in hun kritische blik.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Interactie
Verticaal tegenovergesteld gedrag roept een complementaire reactie op. Dus als je iemands gedrag wilt versterken, moet je kiezen voor gedrag dat daar verticaal tegenover staat.

· Leidend vs. afhankelijk Competitief vs. teruggetrokken
· Helpend vs. samenwerkend Agressief vs. opstandig.
Gedrag dat horizontaal naast elkaar staat, heeft een constructieve invloed. Als je iemand op een opbouwende manier wilt beïnvloeden, moet je kiezen voor gedrag dat even dominant is en aan de andere kant van de verticale lijn zit.
· Concurrerend vs. leidend Opstandig vs. meewerkend
· Aanvallend vs. helpend Teruggetrokken vs. volgend




Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

In welke sector zet je de stadstoezichters en waarom?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

In welke sector zet je Alain (de jarige)?

Slide 24 - Open vraag

In welke sector zet je de man in het witte hemd? (degene die tegen de toeter is)

Slide 25 - Open vraag

In welke sector zet je Michel?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Video

In welke sector zet je Frankie?

Slide 28 - Open vraag

In welke sector zet je Michel?

Slide 29 - Open vraag