Persoonsvorm verleden tijd

Nederlands
Week 40:
- PV verleden tijd
- VD (voltooid deelwoord)
- Sterke en onregelmatige werkwoorden
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Week 40:
- PV verleden tijd
- VD (voltooid deelwoord)
- Sterke en onregelmatige werkwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Eens kijken wat jullie nog weten. 

Stam?
Ik-vorm?

Wat is het verschil?

Slide 2 - Tekstslide

Bepaal of de volgende woorden de stam of de ik-vorm van het werkwoord zijn. Sleep ze naar de juiste kant. 
stam
ik-vorm
belov
reis
beginn
presenteer
kled
pas
zit
wiss
schrijv
fotografeer

Slide 3 - Sleepvraag

Wanneer krijg je in de tegenwoordige tijd bij een persoonsvorm alleen de ik-vorm?
A
Als je/jij achter de persoonsvorm staat
B
Als je/jij vóór de persoonsvorm staat
C
Als hij/zij/het achter de persoonsvorm staat
D
Als hij/zij/het vóór de persoonsvorm staat

Slide 4 - Quizvraag

Vul het werkwoord in de juiste vorm in:
Je (besteden) . . . daar écht te weinig aandacht aan.

Slide 5 - Open vraag

Persoonsvorm verleden tijd - de regels
Onderwerp
Regel
Voorbeeld
ik / ... jij?
ik-vorm+te
ik-vorm+de
Ik maakte mijn huiswerk. 
Maakte jij je huiswerk?
jij ...
ik-vorm+te
ik-vorm+de
Jij maakte je huiswerk. 
Hij / zij / het / u
ik-vorm+te
ik-vorm+de
Hij maakte zijn huiswerk. 
Het maakte niet uit. 
wij / zij / jullie
ik-vorm+ten
ik-vorm+den
Wij maakten ons huiswerk. 
Jullie maakten jullie huiswerk. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoe weet je nou 
of het +de of +te is?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

't kofschip x
  • Als je de stam hebt van een woord, kijk je naar de laatste letter.
  • Als die letter in ‘t kofschip zit, krijg je + te(n) als uitgang.
  • Zit de laatste letter er niet in, krijg je +de(n) als uitgang.

      Ik (stofzuigen) gisteren mijn slaapkamer.
            stofzuigen > stofzuigen
            g is geen medeklinker in ‘t kofschip
            ik stofzuigde gisteren mijn slaapkamer.

Slide 9 - Tekstslide

De hond van de buren (keffen) de hele dag.
        Keffen > keffen
        f is een medeklinker in ‘t kofschip
        De hond van de buren kefte de hele dag.
William Shakespeare (leven) van 1564 tot 1616.
        leven > leven
        v is geen medeklinker in ‘t kofschip
        William Shakespeare leefde van 1564 tot 1616.

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen ...

Slide 11 - Tekstslide

Het is jammer
dat hier nooit iets leuks ... (gebeuren).
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt

Slide 12 - Quizvraag

Als een echte formule 1 coureur
... (besturen) mijn oma de auto.
A
bestuurd
B
bestuurt
C
bestuurdt

Slide 13 - Quizvraag

Zij ... (beloven) mij eeuwige trouw.
A
beloofde
B
beloofte
C
belief
D
beloofdte

Slide 14 - Quizvraag

Met zijn hoge score ... (verbazen) hij vriend en vijand.
A
verbaasde
B
verbaaste
C
verbaasdde
D
verbaastte

Slide 15 - Quizvraag

Voltooid deelwoord 

Slide 16 - Tekstslide

Wij hebben
het hele lokaal paars ... (verven).
A
geverft
B
geverfd

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van verhuizen?
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord
van varen?
A
gevaard
B
gevaren
C
gevoert
D
gevoeren

Slide 19 - Quizvraag

Voltooid deelwoord bij sterke werkwoorden:
Kunnen ook een klinkerwisseling hebben
Eindigen meestal op -en
Gezwommen
Begonnen
Gegoten
Gelezen

Voltooid deelwoord bij zwakke werkwoorden:
D of T op het einde: gebruik weer het sexy fokschaap
poetsen: gepoetst
sponzen: gesponsd
bezorgden: bezorgd
duwen: geduwd

Slide 20 - Tekstslide

Mijn moeder heeft
mijn hele tekst ... (wissen).

Slide 21 - Open vraag

Ik heb mijn relatie ... (beëindigen).

Slide 22 - Open vraag

Onregelmatige werkwoorden
Niet alle werkwoorden van de Nederlandse taal zijn regelmatig.
Onregelmatige werkwoorden zijn sterke werkwoorden.

Helaas zit hier geen regel aan.
loop - liep
zie - zag

Slide 23 - Tekstslide

Vul het werkwoord in de verleden tijd in:

Jij (besteden) . . . daar écht te weinig aandacht aan.

Slide 24 - Open vraag

Ik heb het helemaal begrepen.
ja
een beetje
nee

Slide 25 - Poll

Stel je vraag/vragen over het onderwerp
(als je geen vragen hebt, vul je niets in).

Slide 26 - Open vraag

Opdrachten maken
Studiemeter > Starttaal Online > 2F > Taalverzorging > Werkwoordspelling

- verleden tijd oef. 4 en 5
- voltooid deelwoord oef. 3, 4 en 5
- sterke en onregelmatige werkwoorden oef. 1, 2 en 3

Slide 27 - Tekstslide