hoofdstuk 9 moderne technieken

moderne productietechnieken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

moderne productietechnieken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels in de klas
  1.  Behandel elkaar en de materialen met respect.
  2. We verlaten de klas pas als deze weer helemaal is opgeruimd.
  3. Hand opsteken als je iets wil zeggen/vragen.
  4. Wees op tijd!
  5. Neem boeken en andere materialen mee naar de les. 
  6. Eten in de les is niet toegestaan, alleen 10 minuten voor de pauze begint.
  7. We gaan alleen met de leswisseling naar de WC.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Het 1e lesuur theorie hoofdstuk 9
Het 2e en 3e uur praktijk, sleutelhanger afmaken en daarna beginnen met dienblad.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doelstellingen
na deze les kun je :
  • een aantal productietechnieken benoemen en herkennen.
  • per techniek enkele kenmerken benoemen.
  • een geschikte techniek kiezen voor het maken van een product 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

moderne productie technieken
Handwerk wordt vaak toegepast bij een product waar maar 1 of enkele exemplaren van nodig zijn. Bijvoorbeeld een prototype of een product op maat.
Als er grotere aantallen nodig zijn gaat men vaak automatiseren.
Automatiseren betekent dat de werkzaamheden zoveel mogelijk door een machine worden uitgevoerd.

Het maken van een aantal dezelfde producten wordt een serie genoemd.



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

moderne productietechnieken
In fabrieken waar iets geproduceerd wordt, komen de volgende bewerkingen voor:
  • vervormen
  • gieten
  • verspanen
  • constructie


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vervormen
De bekendste vorm is het buigen van materiaal. Denk aan het kapstok haakje.
Er zijn ook andere manieren om materiaal te vervormen:
  • walsen
  • torderen
  • vacuüm trekken



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie weet een materiaal dat makkelijk kan worden vervormd?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wie weet wat een matrijs is?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

vervormen
Een matrijs is een soort stempel in de vorm die het materiaal moet krijgen na het buigen.
Matrijzen gebruik je bij het vormen van plaatstaal en bij het vormen van platenkunststof die over een matrijs vacuüm wordt gezogen. Door het vacuüm te trekken neemt de  kunststof de vorm van een matrijs aan.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie weet wat gieten is?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

gieten
Je kunt grote aantallen van hetzelfde product maken door het gieten van vloeibaar materiaal in een mal.
Een mal is de vorm voor het product dat je maakt.
Denk aan ijsklontjes maken.

voordelen van gieten is dat het goedkoop is en dat je er                              moeilijke vormen mee kan maken.
Nadelen van gieten is dat het maken van de mallen duur en lastig is en dat je alleen vloeibaar materiaal kan gebruiken.



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie weet nog wat verspanen is?

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

verspanen
Verspanen is het weghalen van stukken materiaal uit een groter geheel.
Het heet verspanen, omdat je bij deze bewerking spanen als afvalproduct ontstaan.
Verspanende werkzaamheden zijn o.a.:
  • zagen 
  • vijlen
  • boren
  • draaien op een draaibak
  • frezen



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CNC
Voor sommige bewerkingen gebruik je volledig geautomatiseerde machines. Deze worden aangestuurd door een computer. Deze manier van werken heet CNC: Computer Numerical Control.
Je hebt machines met een zeer hoge nauwkeurigheid, maar je kunt er niet alle vormen mee maken. 
Voorbeelden van CNC machines zijn: draaibanken, frezen,
plasma en lacersnijders, 3D printers 



Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CAM
CAM: Computer Aided Manufacturing is computer ondersteund fabriceren. Dat betekent dat het product wordt gemaakt  met behulp van een computer. Je maakt  de tekening op de computer met een CAD programma en stuurt deze naar de CNC machine.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3D printen
Je begint bij niets en bouwt laag voor laag op.

Voordeel: je kunt (bijna) alle denkbare vormen maken
nadeel: dure techniek,  productietijd duurt lang.

Wordt vaak aangestuurd door CNC machine.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

constructie robots
constructie is het samenstellen van verschillende halffabricaten tot een product.
constructiewerk wordt steeds vaker geautomatiseerd door robot, deze kunnen allerlei taken in de productie uitvoeren. Denk aan boren van gaten, vastschroeven, onderdelen aan elkaar lassen 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Lezen: theorie hoofdstuk 9 blz 281-288
Maken: opdrachten 9.01-9.06
Klaar, dan nakijken.
Niet af, dan huiswerk.









Slide 20 - Tekstslide

Marketing omvat alle activiteiten die een bedrijf inzet om in te spelen op de vraag van klanten/gasten, oftewel om daar het aanbod op af te stemmen.
De term ‘marketing’ komt van het Engelse begrip market (markt) en getting (krijgen).
Marketing is de inspanning die een bedrijf doet om de verkoop van de producten en diensten te bevorderen. 
Terugkijken op deze les. Wat vond je leuk/interessant?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Terugkijken op deze les. Wat vond je minder leuk/interessant?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Terugkijken op deze les. Is er iets wat ik niet goed uitgelegd heb en daardoor nog niet duidelijk is voor jou?

Slide 23 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies