Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taalverzorging H3 - mavo 2
H3- ww gezegde
Het ww gezegde bestaat uit alle ww uit de zin die iets zeggen over het onderwerp.
Let op: een onvoltooid deelwoord ( lopend, huilend, fietsend) hoort niet bij het ww gezegde!
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H3- ww gezegde
Het ww gezegde bestaat uit alle ww uit de zin die iets zeggen over het onderwerp.
Let op: een onvoltooid deelwoord ( lopend, huilend, fietsend) hoort niet bij het ww gezegde!
Slide 1 - Tekstslide
H3- lijdend voorwerp
Om het lijdend voorwerp te vinden, stel je de volgende vraag:
Wie/wat + ww gezegde + onderwerp?
Het antwoord op deze vraag is het lijdend voorwerp.
Let op: afstanden, maten en gewichten zijn nooit lv, een lv begint nooit met een voorzetsel.
Slide 2 - Tekstslide
H3- verwijswoorden
Verwijswoorden worden gebruikt om een tekst aantrekkelijker te maken.
Als je een verwijswoord gebruikt, is het van belang dat je het woordgeslacht van het woord waarnaar je verwijst, kent.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin met uitzondering van de persoonsvorm
B
De persoonsvorm en alle zelfstandig naamwoorden in een zin
C
Alle werkwoorden in een zin inclusief de persoonsvorm
D
Het werkwoordelijk gezegde is een andere naam voor de persoonsvorm
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het gezegde?
A
het eerste werkwoord van een zin.
B
alle werkwoorden samen in een zin.
C
het laatste werkwoord van een zin.
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin:
'Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen'.
A
ik
B
kan
C
benoemen
D
kan benoemen
Slide 6 - Quizvraag
Huilend riep hij om zijn moeder.
ww gezegde is..
A
riep
B
zijn moeder
C
huilend, riep
D
huilend
Slide 7 - Quizvraag
Helaas heb ik gisteren geen afspraak met hem kunnen maken.
ww gezegde is...
A
heb
B
kunnen, maken
C
heb, kunnen, maken
D
er is geen ww gezegde
Slide 8 - Quizvraag
Een onvoltooid deelwoord hoort ook bij het ww gezegde.
Slide 9 - Open vraag
Wat is het lijdend voorwerp?
Hoe vind je het lijdend voorwerp in een zin?
Slide 10 - Open vraag
Over tien kilometer ga ik hem een sportdrankje brengen.
lv is...
A
hem
B
over tien kilometer
C
tien kilometer
D
een sportdrankje
Slide 11 - Quizvraag
In welke zin staat GEEN lijdend voorwerp?
A
Gisteren zag hij een oude dame vallen.
B
De vrouw woog 95 kilo.
C
Paul liet haar even bijkomen in zijn tuin.
D
Hij moest haar hoofdwond verbinden.
Slide 12 - Quizvraag
Welk verwijswoord kun je gebruiken om naar het woord 'katje' te verwijzen?
A
die, deze
B
dat, dit
Slide 13 - Quizvraag
Het, dit, dat zijn verwijswoorden. Ze verwijzen naar:
A
de-woord enkelvoud
B
het-woord enkelvoud
Slide 14 - Quizvraag
De verwijswoorden: "zij/ze, hun"
verwijzen naar....
A
1 persoon of ding
B
meerdere personen of dingen
Slide 15 - Quizvraag
Met welk woord kun je niet verwijzen naar 'boek'?
A
het
B
dit
C
dat
D
deze
Slide 16 - Quizvraag
Het, dit, dat zijn verwijswoorden. Ze verwijzen naar:
A
de-woord enkelvoud
B
het-woord enkelvoud
C
woorden in het meervoud
D
een hele zin of een deel van een zin
Slide 17 - Quizvraag
Heb je vragen over de theorie van H3? Schrijf ze hier op.
Slide 18 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
L17 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mei 2022
- Les met
44 slides
Taal
Primary Education
L17 Zinsdelen
Maart 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Herhaling 2A Examens
23 dagen geleden
- Les met
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhaling
Mei 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L4 zinsleer bwb
Oktober 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs