LJ1 - Herhaling grammatica Blok 3

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: Herhaling grammatica
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: Herhaling grammatica
1.
Lesopening
2.
Lesdoel + Leergebiedoverstijgende doelen
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
LJ1: Open je boek op blz 119.

LJ2: Begin met het maken van het werkblad


Huiswerk controle

Slide 2 - Tekstslide

2. Lesdoel
Aan het eind van deze les:
- kun je de grammatica van blok 3 toepassen. 


Leergebiedoverstijgende doelen:
Denkvermogen
- Realiseert een oplossing volgens plan.
- Formuleert criteria voor de oplossing. 

Slide 3 - Tekstslide

4. Instructie
Iedereen doet mee met de instructie. 

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm kun je op drie manieren vinden in een zin:

1. De zin vragend maken
2. De tijd in de zin veranderen
3. Het aantal in de zin veranderen

De persoonsvorm is altijd een werkwoord!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm?
A
Een persoon
B
Geen werkwoord
C
Altijd een werkwoord!
D
Een voltooid deelwoord

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.


A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 7 - Quizvraag

theorie blz 120 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Waaruit bestaat het werkwoordelijke gezegde van een zin?
A
Het onderwerp + alle werkwoorden
B
Alle werkwoorden
C
Alle werkwoorden + lijdend voorwerp
D
De persoonsvorm + het lijdend voorwerp

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde in de onderstaande zin:

Ik heb een hele reep chocolade gegeten.
A
Ik
B
heb
C
heb gegeten
D
gegeten

Slide 11 - Quizvraag

Zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Tekstslide

zelfstandig naamwoord???
  • kun je er een lidwoord voor zetten?
  • kun je er meervoud / enkelvoud van maken?
  • kun je het verkleinen (-tje)? 
ja = zelfstandig nmw

Slide 13 - Tekstslide

banaan
  • de banaan
  • bananen
  • banaantje 

Slide 14 - Tekstslide

docent
  • de docent
  • docenten
  • docentje

Slide 15 - Tekstslide

Parijs


  • naam van een plaats 

Slide 16 - Tekstslide

5. Begeleid inoefenen
nvt

Slide 17 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je maakt nu zelfstandig het werkblad. 



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdracht na.
Daarna ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 18 - Tekstslide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er nog dingen die je lastig vindt?

                    

Slide 19 - Tekstslide