Methodisch werken

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Methodisch werkenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Integrale opdracht

Organiseer en voer een activiteit volgens de methodische cyclus uit. Je kiest een doelgroep die in een bepaalde ontwikkelingsfase zit. De activiteit voer je uit in (en met) de klas, bij de module "Methodisch Begeleiden".

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Methodisch werken heeft vier belangrijke kenmerken. 

  • Doelgericht (waar wil je naartoe)
  • Planmatig  (stappen  in een logische lijn)
  • Procesmatig (uitvoering, goede weg of bijsturen)
  • Bewust (nadenken over de doelen die je wilt bereiken)

Slide 7 - Tekstslide

Acht algemene levensterreinen als basis voor methodisch werken

  1. Huisvesting (woonsituatie)
  2. Financiën (bestedingspatroon)
  3. Sociaal functioneren (relatie met vrienden /familie etc.)
  4. Psychisch functioneren (welbevinden)
  5. Zingeving (Motiveer bijv. levens- of geloofsovertuiging)
  6. Lichamelijk functioneren  (fysieke gesteldheid)
  7. Praktisch functioneren(vaardigheden bv. huishouden, technisch en taal)
  8. Dagbesteding (daginvulling)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welk advies zou jij aan de boer geven?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Stap 1 : Informatie verzamelen 
Wie is de doelgroep en/of de cliënt en daar haal je zoveel mogelijk de informatie vandaan. daarnaast gebruik je de naasten, collega's en je eigen observaties.

Slide 13 - Tekstslide

Stap 2 Wensen, behoeften en probleem vaststellen
Wat willen ze en wat hebben ze nodig om zich beter te voelen?
Kijk naar de mogelijkheden.
Behoeften en problemen vaststellen vanuit de cliënt en vanuit de professionals

Slide 14 - Tekstslide

Stap 3 doelen formuleren
Waar wil je naartoe en wat wil je bereiken?
Je houdt rekening met:
  • wensen en mogelijkheden van de cliënt en zijn naast betrokkenen
  • financiële mogelijkheden en/of indicatie van de cliënt
  • de mogelijkheden binnen je organisatie (beschikbare middelen);
  • je professionele deskundigheid;
  • huidige normen en waarden.

Doelen moeten SMART geformuleerd worden

Slide 15 - Tekstslide

Stap 4 Activiteiten vaststellen en plannen

Hoe wil je naar het doel toewerken? Dat wordt beschreven in een plan van aanpak. Daarin staat langs welke stappen het doel systematisch en procesmatig bereikt wordt. Dit plan is een soort handleiding waarmee iedereen die het aangaat, aan de slag kan. Vanzelfsprekend wordt dit plan zoveel als mogelijk in samenspraak met de cliënt gemaakt.

Slide 16 - Tekstslide

Stap 5: Geplande activiteiten uitvoeren en begeleiding bieden
is fase 2 de uitvoering

Iedereen is op de hoogte.
Continuïteit bewaken.

Slide 17 - Tekstslide

Stap 6: Evalueren en reflecteren op het eigen handelen
Is de afrondingsfase
Evalueren is het tussentijds of achteraf beoordelen van een activiteit of handeling op vooraf opgestelde criteria.

Reflecteren
Vermogen om kritisch en op afstand te kijken naar het eigen handelen en naar de effecten daarvan.

Slide 18 - Tekstslide

Methodisch werken als cyclisch proces
De stappen die je daarbij steeds doorloopt zijn: plannen, doen, checken, afsluiten of bijstellen.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide