Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
havo 4 - Chapitre 5 - lidwoorden
Comparer
Bekijk de twee inleidingen van de brieven.
Wat is er al goed in deze brieven?
Wat kan er beter?
Log in en ga meteen de uitdaging aan bij '?'.
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Comparer
Bekijk de twee inleidingen van de brieven.
Wat is er al goed in deze brieven?
Wat kan er beter?
Log in en ga meteen de uitdaging aan bij '?'.
Slide 1 - Tekstslide
Comparer
Bekijk de twee inleidingen van de brieven.
Wat is er al goed in deze brieven?
Wat kan er beter?
___
__________
________
__
__
__
Slide 2 - Tekstslide
Programme
Les buts
Révision: l'article
Phrases-clés: école et études
Slide 3 - Tekstslide
Les buts
Ik weet hoe ik het lidwoord gebruik in het Frans.
Ik weet hoe ik het in het Frans over school kan hebben.
Slide 4 - Tekstslide
Révision: l'article
Maak aantekeningen volgens de Cornell methode
Slide 5 - Tekstslide
L'article défini
La
personne en face de moi
est un homme.
Je promène
le
chien.
Les
enfants vont à
l'
école.
= DE of HET in het Nederlands
bepaald lidwoord
Slide 6 - Tekstslide
L'article indéfini
J'ai
un
vélo rouge.
Il me donne
une
rose.
Je mange
des
fruits.
=
EEN of
geen vertaling
in het Nederlands
onbepaald lidwoord
Slide 7 - Tekstslide
Lis le texte
Un claquement métallique.
Le facteur vient de glisser le courrier dans la boîte aux lettres.
Peu après, il y a un bruit de porte,
des pas sur le gravier de l’allée.
Enfin, la voix de maman crie dans la maison :
« Samuel ! Une lettre pour toi ! »
Slide 8 - Tekstslide
Qu'est-ce qui se passe ?
Choisis la bonne réponse:
A
Samuel reçoit un cadeau.
B
Le facteur apporte une lettre pour Samuel.
C
Samuel va à l'école.
D
Maman reçoit une lettre.
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel bepaalde lidwoorden zijn er?
Un claquement métallique.
Le facteur vient de glisser le courrier dans la boîte aux lettres.
Peu après, il y a un bruit de porte,
des pas sur le gravier de l’allée.
Enfin, la voix de maman crie dans la maison :
« Samuel ! Une lettre pour toi ! »
Slide 10 - Tekstslide
En hoeveel onbepaalde lidwoorden?
Un claquement métallique.
Le facteur vient de glisser le courrier dans la boîte aux lettres.
Peu après, il y a un bruit de porte,
des pas sur le gravier de l’allée.
Enfin, la voix de maman crie dans la maison :
« Samuel ! Une lettre pour toi ! »
Slide 11 - Tekstslide
un, une of des? Sleep het juiste lidwoord
famille
élèves
ordinateur
chiens
armoire
des
une
un
une
des
Slide 12 - Sleepvraag
Masculin ou féminin ?
Je
kan niet altijd weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is!
MANNELIJK
VROUWELIJK
MEERVOUD
mannelijke
woorden
eindigen op:
-ment, -al, -eur, -on
:
un règle
ment,
un journ
al,
un vend
eur,
un ball
on
vrouwelijke
woorden eindigen op:
- té, -sion, -euse, -e
la beau
té,
la déci
sion,
la vend
euse,
la pomm
e
Een woord dat op
-x of -s
eindigt staat vaak in het
meervoud
:
les jeu
x,
les yeu
x,
des enfant
s,
des fruit
s
Slide 13 - Tekstslide
un, une, des: dit zijn .... lidwoorden
Slide 14 - Open vraag
L'article contracté
Bij de voorzetsels
'à'
en
'de'
:
à + le = au
de + le = du
à + la = à la
de + la = de la
à + les = aux
de + les= des
Slide 15 - Tekstslide
(1/6) Vous téléphonez ________________
père de Thierry?
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux
Slide 16 - Quizvraag
(2/6) Le professeur va parler ___________________ élèves.
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux
Slide 17 - Quizvraag
(3/6) Donne le ballon _______________ copine de Stéphane.
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux
Slide 18 - Quizvraag
(4/6) C’est un cadeau ______________ amis de l’école.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des
Slide 19 - Quizvraag
(5/6) Philippe habite près ____________ gare.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des
Slide 20 - Quizvraag
(6/6) Hassan revient ____________ école.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des
Slide 21 - Quizvraag
L'article partitif
Je weet
NIET
hoeveel:
Je mange
du
pain (Ik eet brood)
J'achète
de la
nourriture (Ik koop eten)
Je bois
de l'
eau (Ik drink water)
WE VERTALEN DIT NIET IN HET NEDERLANDS!!
masculin
féminin
voyelle
singulier
du
de la
de l'
pluriel
des
des
des
delend lidwoord
Slide 22 - Tekstslide
L'article partitif
Je weet
WEL
hoeveel:
Il boit
assez
d'eau
(Hij drinkt
genoeg
water)
J'achète
beaucoup
de
fruits (Ik koop
veel
eten)
Je mange
un peu
de
salade (Ik eet een
beetje
sla)
masculin/ féminin/
pluriel
voyelle
singulier
de
d'
pluriel
de
d'
delend lidwoord
Slide 23 - Tekstslide
L'article partitif
Na een
NEGATIE
:
DE!!
Je
ne
mange
pas
de
viande
(Ik eet geen vlees
)
Je
ne
mange
plus
de
fruits (Ik eet geen fruit meer)
delend lidwoord
Slide 24 - Tekstslide
Combineer: kies het juiste lidwoord
Mon frère veut
un verre
..... coca.
Je voudrais ... tomates.
Tu manges
peu
.... pain.
Pour moi .... limonade s'il vous plaît.
Je bois
une bouteille
..... eau.
Nous mangeons .... chocolat.
de la
du
de
des
de
d'
Slide 25 - Sleepvraag
Heb ik het begrepen?
A
Ja, ik vond het gemakkelijk en ik heb alles begrepen!
B
Ik heb het meeste begrepen, maar niet alles.
C
Help! Ik begrijp er niets van!
Slide 26 - Quizvraag
Phrases-clés : école et études
Pas de phrases-clés gelijk aan naar jezelf.
Ik vertrek om …, omdat de lessen om 8 uur beginnen.
Je pars à …, parce que les cours commencent à huit heures.
Ik zit in de voorexamenlas.
Je suis en première.
Mijn lievelingsvak is …, maar ik heb een hekel aan …
Ma matière préférée, c’est …, mais je déteste …
Ik vind dat stom / interessant.
Je trouve ça bête / intéressant.
Eerlijk gezegd, houd ik niet van …
À vrai dire, je n’aime pas …
Slide 27 - Tekstslide
Phrases-clés : école et études
Pas de phrases-clés gelijk aan naar jezelf.
Ik hou vooral van …
J’aime surtout …
Ik moet toegeven dat ik liever … heb dan …
Je dois avouer que je préfère … à …
Ik heb goede cijfers voor …, omdat …
J’ai de bonnes notes en …, car …
Ik wil … studeren, omdat …
Je veux faire des études de …, parce que …
Ik wil graag … worden, omdat …
Je voudrais devenir …, parce que …
Slide 28 - Tekstslide
Écrire
- Vertel hoe laat je naar school gaat en hoe laat de lessen beginnen.
- Vertel in welke klas jij zit.
- Vertel wat jouw lievelingsvak is en waarom.
- Vertel wat jij graag wilt gaan studeren en waarom.
- Vertel wat jij wilt worden en waarom.
Slide 29 - Tekstslide
Contrôler
Ruil jouw zinnen met de zinnen van degene die naast jou zit. Beoordeel elkaars zinnen.
Geef elkaar smileys 😊 😐 😞 per zin als beoordeling.
1) hoe laat je naar school gaat & de les begint
2) in welke klas jij zit
3) lievelingsvak & waarom
4) wat studeren & waarom
5) wat jij wilt worden en waarom
Slide 30 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les articles
Juni 2024
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-4
Les articles
Juni 2020
- Les met
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-4
havo 4 - Chapitre 5 - mening geven - lidwoorden
Augustus 2024
- Les met
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
havo 4 - Chapitre 5 - lidwoorden
Juni 2024
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Les articles
September 2022
- Les met
48 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1-4
Het lidwoord le, la, l', les, un, une, des
September 2024
- Les met
23 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Het lidwoord les 2 - unité 1 -
November 2022
- Les met
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
het lidwoord
Oktober 2024
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 1