Les articles

LES ARTICLES
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

LES ARTICLES

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'article défini et indéfini
Bekijk het filmpje tot minuut 3:20

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

1. L'article défini = bepaald lidwoord
  • La personne en face de moi. 

  • Je promène le chien.

  • Les enfants vont à l'école. 

=DE of HET in het Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. L'article indéfini= onbepaald lidw
  • J'ai un vélo rouge.

  • Il me donne une rose. 

  • Je mange des fruits.

= EEN in het Nederlands

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lis le texte (Lees de tekst)

Un claquement métallique. Le facteur vient de glisser le courrier dans la boîte aux lettres.
Peu après, il y a un bruit de porte, des pas sur le gravier de l’allée.
Enfin, la voix de maman crie dans la maison :
« Samuel ! Une lettre pour toi ! »

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Choisis la bonne réponse:
A
Samuel reçoit un cadeau.
B
Le facteur apporte une lettre pour Samuel.
C
Samuel va à l'école.
D
Maman reçoit une lettre.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel bepaalde lidwoorden zijn er?
Un claquement métallique. Le facteur vient de glisser le courrier dans la boîte aux lettres.
Peu après, il y a un bruit de porte, des pas sur le gravier de l’allée.
Enfin, la voix de maman crie dans la maison :
« Samuel ! Une lettre pour toi ! »

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de bepaalde lidwoorden hier + het zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Open vraag

Bijvoorbeeld: le facteur, 
Hoeveel onbepaalde lidwoorden zijn er?
Un claquement métallique. Le facteur vient de glisser le courrier dans la boîte aux lettres.
Peu après, il y a un bruit de porte, des pas sur le gravier de l’allée.
Enfin, la voix de maman crie dans la maison :
« Samuel ! Une lettre pour toi ! »

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de onbepaalde lidwoorden hier + het zelfstandig naamwoord

Slide 11 - Open vraag

Bijvoorbeeld: un claquement, 
Sleep de juiste Nederlandse vertaling naar de Franse woorden
un claquement
le facteur
le courrier
la boîte aux lettres
un bruit
een geluid
de postbode
de post
een klap
de brievenbus

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

des pas
le gravier
l'allée
la voix
la maison
une lettre
stappen
het huis
de steentjes
de oprit
de stem
een brief

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Masculin ou féminin?
Je kan niet altijd weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is!
MANNELIJK
VROUWELIJK
MEERVOUD
mannelijke woorden  
eindigen op:

 -ment, -al, -eur, -on:

un règlement, un journal, un vendeur, un ballon


vrouwelijke woorden eindigen op:

- té, -sion, -euse, -e

la beauté, la décision, la vendeuse, la pomme
Een woord dat op -x of -s eindigt staat vaak in het meervoud:

- les jeux, les yeux, des enfants, des fruits

Slide 14 - Tekstslide

Als je vragen hebt, mag je mij altijd een berichtje sturen! 
un, une of des? Sleep het juiste lidwoord
famille
élèves
ordinateur
chiens
armoire
des
une
un
une
des

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

un, une, des: dit zijn .... lidwoorden

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

L'article contracté = het samengetrokken lidwoord

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. L'article contracté = samengetrokken lidwoord

Bij de voorzetsels 'à' en 'de' :


à + le = au
de + le = du
à + la = à la
de + la = de la
à + les = aux
de + les= des

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Vous téléphonez ________________
père de Thierry?
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Le professeur va parler ___________________ élèves.
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Donne le ballon _______________ copine de Stéphane.
A
au
B
à l'
C
à la
D
aux

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. C’est un cadeau ______________ amis de l’école.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. Philippe habite près ____________ gare.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Hassan revient ____________ école.
A
du
B
de l'
C
de la
D
des

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

L'article partitif= het delend lidwoord
Kijk de video tot minuut 2:58

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

5. L'article partitif= delend lidwoord
Je weet NIET hoeveel:




  • Je mange du pain (Ik eet brood)
  • J'achète de la nourriture (Ik koop eten)
  • Je bois de l'eau (Ik drink water
WE VERTALEN DIT NIET IN HET NEDERLANDS!!
masculin
féminin
voyelle
singulier
du
de la
de l'
pluriel
des
des
des

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. L'article partitif= delend lidwoord
Je weet WEL hoeveel:




  • Il boit assez d'eau (Hij drinkt genoeg water)
  • J'achète beaucoup de fruits (Ik koop veel eten)
  • Je mange un peu de salade (Ik eet een beetje sla)

masculin/ féminin/ pluriel
voyelle
singulier
de
d'
pluriel
de
d'

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. L'article partitif= delend lidwoord
Na een NEGATIE
DE!!

  • Je ne mange pas de viande (Ik eet geen vlees)
  • Je ne mange plus de fruits (Ik eet geen fruit meer)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Combineer: kies het juiste lidwoord
Mon frère veut un verre ..... coca.
Je voudrais ... tomates.
Tu manges peu .... pain.
Pour moi .... limonade s'il vous plaît.
Je bois une bouteille ..... eau.
Nous mangeons .... chocolat.
de la 
du
de
des
de
d'

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb ik het begrepen?
A
Ja, ik vond het gemakkelijk en ik heb alles begrepen!
B
Ik heb maar weinig begrepen en ik heb nog vragen.
C
Ik heb het meeste begrepen, maar niet alles.
D
Help! Ik begrijp er niets van!

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je vragen? Schrijf ze hier of stuur mij een berichtje :)

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies