Vitamines & Mineralen herhalen en LABWAARDEN

 LABWAARDEN en indicatie
Vitamines & Mineralen herhalen
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
LessonUpMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

 LABWAARDEN en indicatie
Vitamines & Mineralen herhalen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van VITAMINES en MINERALEN?
A
Levert energie
B
Onmisbaar voor groei en functioneren van het lichaam

Slide 2 - Quizvraag

In de wintermaanden moet je vitamines slikken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Substitutietherapie betekent
A
"Tekort" in het lichaam aanvullen
B
"Teveel" in het lichaam afbreken

Slide 4 - Quizvraag

Welke is juist?
A
Vitamines komen uit organische verbindingen
B
Vitamines komen uit anorganische verbindingen
C

Slide 5 - Quizvraag

Van sporenelementen heb je veel of weinig van nodig?
A
Veel
B
Weinig

Slide 6 - Quizvraag

calcium, magnesium, kalium, natrium, chloride, fosfor
horen onder

A
Vitamines
B
Mineralen
C
Sporenelementen

Slide 7 - Quizvraag

Chroom, Jodium, IJzer, Fluoride, Kobalt, Koper, Zink, Mangaan, Seleen
horen bij
A
Vitamines
B
Mineralen
C
Sporenelementen

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer heb je vitamines nodig?
A
Zwangerschap/borstvoeding/pasgeborene
B
Alcohol/Drugs verslaafde
C
Topsporters/bij maagdarmkanaal aandoeningen
D
Alle antwoorden juist

Slide 9 - Quizvraag

Wateroplosbare vitamines(C, B groepen) kunnen stapelen in het lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Welke vitamines vallen onder vetoplosbare vitamines?
A
B vitamines en vitamine C
B
Vitamine A, D, E en K

Slide 11 - Quizvraag

Vitamine A =
A
Retinol
B
Ascorbinezuur

Slide 12 - Quizvraag

Vitamine B1=
A
Thiamine
B
Foliumzuur

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Riboflavine = B2
B
Pyridoxine=B2

Slide 14 - Quizvraag

Vitamine b11=
A
Thiamine
B
Foliumzuur

Slide 15 - Quizvraag

Vitamine die nodig is voor goede bloedstolling?
A
vitamine a
B
vitamine k

Slide 16 - Quizvraag

Vitamine E is
A
Colecalciferol
B
Tocoferol

Slide 17 - Quizvraag

Wat is juist?
A
Vitamine b6 = Pyridoxine
B
Vitamine b12=Cyanacobalamine
C
beide juist
D
beide onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Welk vitamine bij overmatig alcohol gebruik?
A
Vitamine B1=thiamine
B
Vitamine b2=Riboflavine

Slide 19 - Quizvraag

Welke vitamines zitten in groente?
A
B2, B11, C, E, K
B
D, B12, B6, B1, A

Slide 20 - Quizvraag

Vitamine D heb je nodig voor ...?
A
betere opname calcium
B
botten, tanden
C
afweersysteem
D
alle antwoorden goed

Slide 21 - Quizvraag

Kan je lichaam vitamines en mineralen zelf aanmaken?
A
ja, alleen D en K
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Waarom hebben pasgeborene 1ste 3 mnd vitamine k druppels nodig bij borstvoeding?
A
bij de geboorte nog onvoldoende vit k opgebouwd
B
er is kans op neonatale vitamine K-deficiëntie bloeding
C
vitamine k gaat niet goed door de placenta
D
alle antwoorden juist

Slide 23 - Quizvraag

Wat is waar over mineralen?
A
Jodium = schildklierhormonen productie
B
Natrium=vochtbalans en bloeddruk
C
Magnesium=botten en spieren
D
alle antwoorden waar

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Waarom moet er INDICATIE staan op sommige recepten?
A
Brede therapeutische breedte en bijwerkingen
B
Smalle therapeutische breedte en ernstige bijwerkingen

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Wat is juist over labwaardes? Labwaardes zijn nodig om
A
dosering te kunnen instellen
B
diagnose te stellen
C
effectiviteit geneesmiddel bepalen
D
alle antwoorden juist

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Wat zijn de risico's van te laag of te hoog kalium?
A
Duizeligheid, Hoofdpijn
B
Spierkrampen, hartritmestoornissen, hartstilstand

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Tekstslide

KLARING
medicijnen uit het lichaam verwijderen door de nieren
-hoe zit het dan met verminderde nierfunctie en het medicijn?
bijwerkingen + nierschade bij overdosering
-medicijn wordt omgezet naar actieve stof
vb. colecalciferol->calcitriol, dus bij Nierfalen welk middel?
-

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Wat is klaring?
A
Opname van medicijnen door de nieren
B
Gehele uitscheiding van medicijn uit bloed door de nieren

Slide 42 - Quizvraag

Bij een slechte nierfunctie heb je veel of weinig creatinine in urine?
A
veel
B
weinig

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide