Chapitre 6 les 2

Plan du cours
Lundi 6 juin
Corriger les devoirs
  • la grammaire
  • les devoirs 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Plan du cours
Lundi 6 juin
Corriger les devoirs
  • la grammaire
  • les devoirs 

Slide 1 - Tekstslide

Corrigez 1a et b   p50WB
1 C Parijs in hoog tempo 
2 C de voorsteden 
3 Eigen antwoord. 
 
1 Montmartre  
2 La Tour Eiffel  
3 Disneyland 
4 Notre-Dame 
5 Les Champs-Élysées 
6 L’Arc de Triomphe 

Slide 2 - Tekstslide

Corrigez ex 2
 1 la boucherie 
2 la piscine 
3 la mairie 
4 la boulangerie  
5 le vélo  
6 la voiture    

Slide 3 - Tekstslide

Corrigez ex 3a
1 Je ne comprends pas la grammaire. 
2 J’ai oublié mes livres. 
3 Je n’ai pas fait les/mes devoirs. 
4 Je n’ai pas appris les mots/le vocabulaire. 
5 Je suis en retard. 
 

Slide 4 - Tekstslide

De gebiedende wijs

Slide 5 - Tekstslide

Gebiedende wijs
Dit noem je in het Frans de "impératif".
Zo geef je iemand een opdracht/order/bevel.

blz 72 Tekstboek

Kijk het volgende filmpje tot 1:39


Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

impératif
Tegen 1 persoon waar je jij  tegen mag zeggen.

je-vorm van het werkwoord min je plus uitroepteken

je parle -> parle!


Slide 9 - Tekstslide

impératif
Tegen 1 persoon waar je tegen zegt.
Tegen meerdere personen.

vous-vorm van het werkwoord min vous plus uitroepteken

vous parlez  -> parlez!


Slide 10 - Tekstslide

impératif
Voorstel (laten we...)

nous-vorm van het werkwoord min nous plus uitroepteken

nous parlons  -> parlons!


Slide 11 - Tekstslide

Grammaire impératif


  • je-vorm: Choisis une photo! (tegen jij)
  • nous-vorm: Regardons le menu! (jezelf en anderen)
  • vous-vorm: Faites les exercices! (u en groep)
    (behalve être, avoir, aller)

Slide 12 - Tekstslide

impératif
uitzonderingen




Slide 13 - Tekstslide

L'impératif

Slide 14 - Tekstslide

Conjugue le verbe ÊTRE à l'impératif (gebiedende wijs) avec "vous":
A
vous êtes!
B
Êtes!
C
Soites!
D
Soyez!

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van l'impératif
A
Es gentil!
B
Sois gentil!
C
Suis gentil!
D
Sois gentille!

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van l'impératif?
A
Prendrez un bonbon!
B
Prendrons un bonbon!
C
Prenez un bonbon!
D
Prendre un bonbon!

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste vorm van l'impératif?
A
Parlons de nos frères
B
Parlons de notre frères
C
Parlez de nos frères
D
Parlez de notre frères

Slide 18 - Quizvraag

La chanson
p 56 WB

écoute la chanson de Zaz et fait ex 12a 

(zie volgende sheet)

Slide 19 - Tekstslide

0

Slide 20 - Video

Les devoirs
Apprendre:

Gebiedende wijs p72TB

Slide 21 - Tekstslide