Les 5: stengels

Les 5: stengels
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 5: stengels

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud
-Herhalingsopgaven
-Extra uitleg
-Opgave stengels
-Filmpjes

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt in een afbeelding van een stengel de onderdelen benoemen.
  • Je kunt de functies van de stengels benoemen.
  • Je kunt uit een dwarsdoorsnede van een boomstam gegevens over de levensgeschiedenis van een boom afleiden.

Slide 3 - Tekstslide

Alle wortels van een plant samen noem je het...

Slide 4 - Open vraag

Juist of onjuist:
Planten nemen vooral water op via de hoofdwortel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Een functie van de wortels is voedingsstoffen opnemen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Een functie van de wortels is een plant in de grond vastzetten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In de afbeelding is het wortelstelsel van een plant schematisch getekend.

Geef de namen van de genummerde delen.

Slide 8 - Open vraag

In de afbeelding is het wortelstelsel van een plant schematisch getekend.

In welk gedeelte van dit wortelstelsel wordt reservevoedsel opgeslagen?

Slide 9 - Open vraag

In de afbeelding is het wortelstelsel van een plant schematisch getekend.

Bij welk deel of bij welke delen kan de plant water met voedingsstoffen opnemen?

Slide 10 - Open vraag

De bouw van een stengel
Aan een stengel (of takje) kun je verschillende delen onderscheiden (zie afbeelding). De plaats waar een blad aan de stengel vastzit, noemen we knoop. De stengel is daar meestal wat dikker. Het stuk stengel tussen twee knopen noemen we een lid (meervoud leden). Een stengel is opgebouwd uit afwisselend knopen en leden.

Slide 11 - Tekstslide

De bouw van een stengel
De bovenste hoek tussen stengel en blad, heet de bladoksel. In een bladoksel zit een okselknop. Uit een okselknop groeit het volgende jaar een zijstengel (zijtak) met bladeren. Aan het einde van de stengel zit een eindknop. Hieruit groeit het volgende jaar een nieuw stuk van deze stengel met bladeren. Aan deze stengel kunnen ook bloemen zitten. 
Bomen en struiken hebben heel stevige stengels: de stammen en de takken. Deze stengels bevatten veel hout. Bomen en struiken noemen we houtachtige planten. De stengels van andere planten bevatten vrijwel geen hout. Deze planten noemen we kruidachtige planten. De stengels van kruidachtige planten zijn stevig, zolang de wortels voldoende water kunnen opnemen.

Slide 12 - Tekstslide

De functies van stengels
Planten hebben tijdens hun groei veel water en voedingsstoffen nodig. De wortels nemen water en een deel van de voedingsstoffen die nodig zijn op uit de grond. Een ander deel van de voedingsstoffen ontstaat in de bladeren van planten. De stengel van een plant zorgt voor het vervoer van water en voedingsstoffen. Deze functie van de stengels kun je aantonen als je stengels met witte bloemen in water zet, waarin rode kleurstof is opgelost.

Slide 13 - Tekstslide

De functie van stengels
In een stengel lopen lange dunne buisjes: vaten. Bij sommige planten liggen deze vaten in groepjes bij elkaar: de vaatbundels. De vaatbundels beginnen in de wortel, lopen door de stengel heen naar de vruchten, bloemen en bladeren. Vaten zorgen voor transport (vervoer) van stoffen in de plant. Bij veel planten geeft de stengel de plant stevigheid, waardoor de plant rechtop blijft staan. Door een stevige stengel kan een plant groot worden.

Transport gaat via twee wegen:
Water en mineralen gaan van de wortels naar de andere delen van de plant.
Glucose gaat van de bladeren naar de andere delen van de plant.

Slide 14 - Tekstslide

Jaarringen
Houtachtige planten hebben stengels die veel hout bevatten. De stengels van bomen en struiken zijn de stammen en takken. Ze worden elk jaar een beetje dikker. 
De stam van een boom vormt ieder jaar een laagje hout erbij. Hierdoor wordt de stam dikker. Zo'n laagje hout heet een jaarring. Het oudste hout ligt in het midden van de stam. De jaarring die het laatste is gevormd, ligt het meeste aan de buitenkant. Als een boom vlak boven de grond wordt doorgezaagd, kun je nagaan hoe oud
de boom is geworden. Je moet dan de jaarringen tellen. Soms zijn 
de oudste jaarringen heel erg samengedrukt. Dan kun je deze 
jaarringen niet meer goed onderscheiden.
Door de jaarringen onderling te vergelijken, kun je meer te weten 
komen over de milieuomstandigheden waarin de boom is gegroeid. 
Als de milieuomstandigheden gunstig zijn geweest, is de jaarring 
breed. Als de milieuomstandigheden ongunstig zijn geweest, is de
jaarring smal. ongunstige milieuomstandigheden kunnen veroorzaakt 
zijn door droogte, een bosbrand, een insectenplaag, enzovoort.

Slide 15 - Tekstslide

Verder lezen
Lees nog eens over stengels via deze link:
https://maken.wikiwijs.nl/141865#!page-5151463

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf de namen van de onderdelen van de stengel op.

Slide 17 - Open vraag

Welke twee functies hebben stengels?

Slide 18 - Open vraag

In de afbeelding zie je een tak.
Wat kan er volgend jaar groeien uit nummer 1 van de tak?

Slide 19 - Open vraag

In de afbeelding zie je een tak.
Wat kan er volgend jaar groeien uit nummer 2 van de tak?

Slide 20 - Open vraag

Is een tomatenplant een kruidachtige of een houtachtige plant? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Gebruik deze tekst bij slide 23 en 24.

Slide 22 - Tekstslide

Op de foto bij het artikel zie je een deel van de tomatenplant dat bij het dieven wordt verwijderd. Hoe heet het deel van de stengel waaruit dit deel is ontstaan?

Slide 23 - Open vraag

Hoe heet het deel van de stengel waaraan een touw wordt vastgemaakt om de plant op te binden?

Slide 24 - Open vraag

Van waar tot waar lopen de vaatbundels in een plant?

Slide 25 - Open vraag

Tien tips voor bloemen in een vaas
Gebruik deze tekst bij slide 27 t/m 29. 

Slide 26 - Tekstslide

Lees de tekst ‘Tien tips voor bloemen in een vaas’.

Zijn de bloemen in een vaas vooral afkomstig van kruidachtige of van houtachtige planten? Leg je antwoord uit.

Slide 27 - Open vraag

Lees de tekst ‘Tien tips voor bloemen in een vaas’.

Waarom moet je bloemen aan de onderkant schuin afsnijden?

Slide 28 - Open vraag

Lees de tekst ‘Tien tips voor bloemen in een vaas’.

Bloemen in een vaas gaan uiteindelijk dood, hoe goed je ze ook verzorgt.
Hoe komt het dat bloemen in een vaas uiteindelijk doodgaan?

Slide 29 - Open vraag

In de afbeelding is een dwarsdoorsnede van een stam van een boom getekend.
Hoe oud is deze boom minstens geworden?

Slide 30 - Open vraag

In de afbeelding is een dwarsdoorsnede van een stam van een boom getekend.
Waardoor is vaak niet precies te zeggen hoe oud een boom was?

Slide 31 - Open vraag

In de afbeelding is een dwarsdoorsnede van een stam van een boom getekend.
Wat kan de oorzaak zijn geweest van het zwarte deel dat met P is aangegeven?

Slide 32 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 33 - Open vraag

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt.

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Video