1.2 Zinsdelen NN herhaling

1.2 Zinsdelen NN herhaling

Doel = Je herkent verschillende zinsdelen

Even inchecken

Hoe gaat het met jullie?

Welke gewoonte zou je niet graag willen opgeven?

Voorkennis ophalen

1. persoonsvorm (pv); tijd/onderwerp veranderen, vragend maken

2. gezegde (gez.); alle ww samen

3. onderwerp (ow); wie/wat + gezeg.

4. lijdend voorwerp (lv)*; wie/wat+ gezeg. + ow

5. meewerkend voorwerp (mv)*; woord waar je aan of voor, voor kan zetten

6. bijwoordelijke bepaling (bijw.bep.)*; waar, wanneer, hoe, waarom enz

*komen niet altijd in elke zin voor

De persoonsvorm (pv) vind je door.......

1. door de tijd in de zin te veranderen
2. door alle werkwoorden te veranderen
3. door het onderwerp in de zin te veranderen (meervoud/enkelvoud)
4. door de zin vragend te maken

Wat is het gezegde?
De postbode komt vandaag het pakketje bezorgen.

Het onderwerp vind je door?

1. waar/wanneer + gez.
2. wie/wat + gez.

Wat is het gez. en het ow?
Mijn vader heeft gisteren zijn auto gewassen.

Het lijdend voorwerp vind je door?

1. wie of wat + gez. + ow
2. waarom + gez. + ow

Wat is het lijdend voorwerp?
Het circus heeft de voorstelling afgezegd.

1. heeft afgezegd
2. het circus
3. de voorstelling
4. heeft

Wat is het gez., ow en lv?
De apothekersassistente pakt de medicijnen.

Een meewerkend voorwerp is een woord of een woordgroep waar je.......en soms......voor kunt zetten

Wat is het meewerkend voorwerp?
Ik geef mijn moeder een kop thee.

1. geef
2. mijn moeder
3. ik
4. een kop thee

Wat is het gez., ow, lv en het mv?
De tandarts gaf mij een poetsinstructie.

De bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als......

1. waar en wanneer
2. waarvandaan
3. hoe en waarheen
4. waardoor en waarom

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Ik ben vorig jaar op vakantie geweest in Zweden.

1. vorig jaar
2. in Zweden
3. ben geweest
4. op vakantie

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
De doktersassistente beloofde haar vandaag terug te bellen.

De jongen geeft zijn moeder een bos bloemen.

Jasper heeft gisteren zijn vriendin een ring gegeven.

De studenten maken vandaag de opdrachten.

Wat heb je vandaag geleerd?

NN huiswerk

NN Taalverzorging grammatica 1.2 zinsdelen

- opdracht 5 t/m 9