Mens en Zorg: hart en vaatziektes en medicijnen
1 / 21
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
welke hart- en vaatziekten weet je?
Slide 4 - Open vraag
Aan welke klachten herken je hartproblemen?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Een beroerte wordt ook wel een cva genoemd. Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar
Slide 7 - Quizvraag
kenmerken beroerte
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Welke vrij verkrijgbare medicatie ken je?
Slide 11 - Open vraag
Wat zijn medicijnen?
A
Stoffen die je lichaam en geest negatief beïnvloeden
B
Stoffen die je lichaam en geest positief beïnvloeden
C
Stoffen die bedoeld zijn om je gezondheid te verbeteren
D
Stoffen die bedoeld zijn om je gezondheid te verslechteren
Slide 12 - Quizvraag
Hoe noem je de uitgebreide voorlichting waarin staat hoe je een medicijn moet gebruiken?
Slide 13 - Open vraag
Wat is een voorschrift?
A
Hierop staat hoe je een medicijn moet gebruiken
B
Hierop staat welke beslissing je het beste kunt nemen
C
Hierop staat hoe je je leven moet leiden
D
Hierop staat welke arts je hebt
Slide 14 - Quizvraag
Bijwerking komen altijd en bij iedereen voor die medicijnen slikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Welke bewering klopt niet?
A
In de bijsluiter staan mogelijke bijwerkingen
B
In de bijsluiter staat in welke dosering je het middel moet gebruiken
C
In de bijsluiter staat hoe het middel gebruikt moet worden
D
in de bijsluiter staat welke arts het middel heeft voorgeschreven
Slide 16 - Quizvraag
De dosering medicijnen hangt af van o.a. je leeftijd, geslacht en conditie.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
welke vitamines en
mineralen
weet je?
mineralen
weet je?
Slide 18 - Woordweb
Wat moet er altijd op een recept staan?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Evaluatie les
Wat vond jij van deze les en waarom?
Wat vond jij van deze les en waarom?
