Les 4: Van water land maken 1/2

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zit je in je vel vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

THEMA 6 | LES 4
Van water land maken

Slide 5 - Tekstslide

VOORUITBLIK
Wat gaan we doen in de les?

Slide 6 - Tekstslide

LESPROGRAMMA
  • Quiz over les 3
  • Reisdoelencheck les 3
  • Interactieve uitleg les 4
  • Terugblik op deze les

  • Bij tijd over: werken aan het huiswerk
Vooruitblik

Slide 7 - Tekstslide

QUIZ
Les 3: Het afvoerputje van Europa
Vooruitblik

Slide 8 - Tekstslide

Hoog Nederland
Laag Nederland

Slide 9 - Sleepvraag

de Rijn
de IJssel
de Maas
de Waal

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is de betekenis van uitmonden?
A
Uitkomen van een rivier
B
monding van een rivier
C
tegenhouden van een rivier
D
eindigen van een rivier

Slide 11 - Quizvraag

Ontspringen
Vertakken
Uitmonden

Slide 12 - Sleepvraag

Het rivierkleilandschap hoort bij
A
Laag-Nederland
B
Hoog-Nederland

Slide 13 - Quizvraag

Waarvoor is rivierklei een grondstof?

Slide 14 - Open vraag

Je kan met behulp van de begrippen 'ontspringen', 'aftakkingen' en 'uitmonden' uitleggen hoe rivieren stromen.
Kan ik
Kan ik niet

Slide 15 - Poll

Je kan benoemen waar rivierklei de grondstof van is.
Kan ik
Kan ik niet

Slide 16 - Poll

Je kan uitleggen hoe het zeekleilandschap is ontstaan.
Kan ik
Kan ik niet

Slide 17 - Poll

REISDOELEN LES 4
  1. Je kan aan de hand van een voorbeeld uitleggen waarom Laag-Nederland een polderlandschap is geworden.
Vooruitblik

Slide 18 - Tekstslide

UITVOERING
Activiteiten om te leren

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

INSTRUCTIE PAARS
  • Maak les 3 van de planner in Paspoort21
  • Zelfstandig en in stilte
  • Muziek in tijdens werken toegestaan (via laptop)
Uitvoering

Slide 21 - Tekstslide

Nederland wordt vaak omschreven als het vlakke en lage land aan de Noordzee. Maar iedereen die wel eens door de Limburgse heuvels heeft gereden weet dat dit niet voor heel Nederland geldt. In het zuiden en het oosten van ons land vind je namelijk wel reliëf. Om het landschap van Nederland goed te begrijpen, moeten we het land opdelen in twee gebieden: Hoog-Nederland en Laag-Nederland. Het gebied dat onder zeeniveua ligt, hoort bij Hoog-Nederland. Alle delen van Nederland die beneden het zeeniveau liggen horen bij Laag-Nederland.
Het landschap in Laag-Nederland is grotendeels gevormd door de zee en het ijs. Zo’n 11.000 jaar geleden kwam er een einde aan de laatste ijstijd. Het klimaat veranderde, waardoor het ijs smolt en de zeespiegel steeg. Grote delen van Nederland overstroomden toen regelmatig. De zee nam, net als de rivieren, allerlei materialen met zich mee, waaronder zand en klei. Door de werking van eb en vloed konden zandkorrels en kleideeltjes neergelegd worden op het land. Aan de kust bleef vooral zand liggen. Zo ontstonden de duinen, die het land beschermden tegen nieuwe overstromingen.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hoe ontstaan duinen?
A
door wind en gras
B
door wind
C
door strand en zee
D
door wind en zee

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn duinen?
A
zandhopen aan de kust door de wind
B
hopen aarde aangelegd door mensen
C
door mensen gevulde zandzakken
D
heuvels op Texel

Slide 25 - Quizvraag

Nederland wordt vaak omschreven als het vlakke en lage land aan de Noordzee. Maar iedereen die wel eens door de Limburgse heuvels heeft gereden weet dat dit niet voor heel Nederland geldt. In het zuiden en het oosten van ons land vind je namelijk wel reliëf. Om het landschap van Nederland goed te begrijpen, moeten we het land opdelen in twee gebieden: Hoog-Nederland en Laag-Nederland. Het gebied dat onder zeeniveua ligt, hoort bij Hoog-Nederland. Alle delen van Nederland die beneden het zeeniveau liggen horen bij Laag-Nederland.
Verder landinwaarts werden kleideeltjes neergelegd waardoor een zeekleilandschap ontstond. De zeeklei is over het algemeen vruchtbare grond. Behalve akkerbouw vind je er ook veel tuinbouw, waar sierteelt plaatsvindt. In de gebieden waar de grond te nat is, vind je veel weilanden. Daar is de grond niet geschikt voor akkerbouw, maar wel voor veeteelt. 

Slide 26 - Tekstslide

RIVIERKLEI EN ZEEKLEI



  • Zeeklei in Laag-Nederland
  • Rivierklei in Hoog-Nederland
Zeekleilandschappen ontstonden vooral door overstromingen.
Rivierkleilandschappen ontstonden door het buiten de oevers treden van rivieren.
Uitvoering

Slide 27 - Tekstslide

Rivierkleilandschappen
A
Ontstaan door overstromingen van de zee
B
Ontstaan door buiten oevers treden van rivieren

Slide 28 - Quizvraag

Zand
Löss
Rivierklei
Zeeklei

Slide 29 - Sleepvraag

duinlandschap
hoogveen-landschap
zandlandschap
laagveen-landschap
zeekleilandschap
lösslandschap

Slide 30 - Sleepvraag

Nederland wordt vaak omschreven als het vlakke en lage land aan de Noordzee. Maar iedereen die wel eens door de Limburgse heuvels heeft gereden weet dat dit niet voor heel Nederland geldt. In het zuiden en het oosten van ons land vind je namelijk wel reliëf. Om het landschap van Nederland goed te begrijpen, moeten we het land opdelen in twee gebieden: Hoog-Nederland en Laag-Nederland. Het gebied dat onder zeeniveua ligt, hoort bij Hoog-Nederland. Alle delen van Nederland die beneden het zeeniveau liggen horen bij Laag-Nederland.
Door de vele overstromingen uit het verleden bleef veel zeewater achter de duinen liggen. Daar ontstonden meren en moerassen. Veel moerassen konden vanaf de vijftiende eeuw met molens worden drooggemalen. Zo ontstonden polders. Nederlanders wisten op die manier van water land te maken. Het drooggemalen land werd bewoond en bewerkt door boeren.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

Wat is een polder?
A
Een stuk land omringd door dijken waarbinnen de waterstand geregeld wordt
B
Een polder is een lager gelegen gebied in hoog Nederland
C
Een polder is een stuk 'wad' in zee die soms droog komt te liggen bij eb
D
Een polder is een hoger gelegen land dan de omgeving

Slide 34 - Quizvraag

ringvaart
Poldergemaal
Gemaal
Sloten en polders
ringdijk
uitwateringssluis

Slide 35 - Sleepvraag

7. Zet de woorden op de juiste plaats in de afbeelding.
Polder
Ringvaart

Slide 36 - Sleepvraag

TERUGBLIK
Wat hebben we deze les gedaan en geleerd?

Slide 37 - Tekstslide

Welke twee dingen heb jij geleerd tijdens deze les?

Slide 38 - Open vraag

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

HUISWERK
Les 4 van de planner in Paspoort21 moet af zijn.
Terugblik

Slide 40 - Tekstslide

DOEI
En tot de volgende keer!

Slide 41 - Tekstslide