13.2 Condensatiepolymerisatie

13.2 Condensatiepolymerisatie
(Reactiemechanisme van condensatiereacties)
Polymeren maken door condensatiepolymerisatie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

13.2 Condensatiepolymerisatie
(Reactiemechanisme van condensatiereacties)
Polymeren maken door condensatiepolymerisatie

Slide 1 - Tekstslide

Kevlar
  • Gebruikt in kogelwerende vesten 
  • Vijf keer sterker dan staal
  • Macroniveau eigenschappen: sterk en licht

Slide 2 - Tekstslide

Kevlar
  • Bepaalt door structuur op micro- en mesoniveau
  • Microniveau: kleinste niveau (de moleculen)
  • Mesoniveau: Hoe de moleculen geordend zijn

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Condensatiepolymeer
  • Kevlar is een condensatiepolymeer 
  • Condensatiereactie: een estervorming uit een zuur en een alcohol

Slide 6 - Tekstslide

Condensatiepolymeer
  • Reactiemechanisme bekijken van dit voorbeeld:
  • Ethaanzuur + ethanol
  • Zwavelzuur als katalysator (H3O+)
  • Wordt water gevormd (condens)

Slide 7 - Tekstslide

Reactiemechanisme condensatiereactie
  • Stap 1: Ethaanzuur neemt een proton op.
  • Waarom?

Slide 8 - Tekstslide

Reactiemechanisme condensatiereactie
  • Waarom?
  • In stap 2 is de C van C=O het elektrofiel en de O van ethanol het nucleofiel
  • Door het protonen van de O krijgt de O een + lading.
  • Daardoor worden er nog meer elektronen weggehaald bij de C en is het een beter nucleofiel

Slide 9 - Tekstslide

Reactiemechanisme condensatiereactie
  • In stap 3 vindt er een verplaatsing van een proton plaats.
  • Waarom?

Slide 10 - Tekstslide

Reactiemechanisme condensatiereactie
  • Waarom?
  • Deeltjes die wordt afgesplitst of vertrekken willen liever vertrekken als zij zelf ook stabiel zijn. 
  • H2O is een stabieler deeltje dan OH- (het is neutraal)
  • H3O+ is weer terug (het is een katalysator)

Slide 11 - Tekstslide

Condensatiereactie
  • Reactie waarbij uit twee moleculen een groter molecuul wordt gevormd en een klein molecuul wordt afgesplitst
  • Vaak H2O, maar ook bijv. HCl zijn (bij Kevlar) 
  • Omgekeerd is het een hydrolysereactie, want estervorming is in evenwicht

Slide 12 - Tekstslide

Condensatiepolymerisatie: polyesters
  • Twee soorten moleculen: een molecuul met 2 zuurgroepen en een molecuul met 2 alcoholgroepen.
  • Een polymeer dat bestaat uit meerdere soorten monomeren heet een copolymeer.

Slide 13 - Tekstslide

Condensatiepolymerisatie: polyesters
  • Vb: benzeen-1,2-dicarbonzuur en ethaan-1,2-diol
  • Oefen de naamgeving weer!

Slide 14 - Tekstslide

Condensatiepolymerisatie: polyesters
  • Een molecuul dat zowel een zuurgroep als een alcoholgroep bevat
  • Bijv. melkzuur

Slide 15 - Tekstslide

Condensatiepolymerisatie: polyesters
  • De uiteinden van zo'n polymeerweergave vormen altijd H2O!
  • Het zuur staat OH af en het alcohol een H.

Slide 16 - Tekstslide

Condensatiepolymerisatie: polyamiden
  • Hexaandizuur en hexaan-1,6-diamine
  • Amidebindingen komen veel voor in eiwitten, bij het koppelen van aminozuren.

Slide 17 - Tekstslide

En nu?
Theorie doorlezen
Opgaven maken uit de studiewijzer

Slide 18 - Tekstslide