In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Examentraining
2023 (middeleeuwen)
Slide 1 - Tekstslide
Stofbeperking
Voor 1800
Alleen de Middeleeuwen 1000-1400 (romaans, gotiek)
1800 - heden
1780-1900
1900-1945
1945-1990
1990 - heden
Slide 2 - Tekstslide
Vragen uit CE 2019 (middeleeuwen)
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Open vraag
Slide 17 - Open vraag
Thema: Kunst en Leven Probleemstellingen
In hoeverre verschilt de beroepspraktijk van een moderne kunstenaar uit de 20ste of 21ste eeuw met die van een kunstenaar uit de Middeleeuwen of 19e eeuw?
In hoeverre is in de loop van de tijd de maatschappelijke status en de sociaal-economische positie van de kunstenaar veranderd?
Hoe en waarom presenteert een kunstenaar zich op een bepaalde manier in zijn werk (bijv een zelfportret)?
Slide 18 - Tekstslide
Zelfportretten in de kunst
Ronde 1 Leg de 10 portretten op chronologische volgorde (tijd)
Ronde 2 Leg de zelfportretten apart
Ronde 3 Koppel de portretten aan de gegevens (persoonlijk)
Ronde 4 X
Slide 19 - Tekstslide
Ronde 1
4-8-10-9-2-1-3-6-5-7
Slide 20 - Tekstslide
Ronde 2
1.
- Het gezicht is duidelijk in beeld (en-face, en-trois-quart, en-profil).
- Een deel van het lichaam (romp) is in beeld.
- De kunstenaar omringt zich met kenmerkende attributen of symbolen.
2.
- Als oefening
- Toonbeeld van eigen vaardigheid
- Als grap / ironie
- Zichzelf vastleggen /vereeuwigen
Slide 21 - Tekstslide
Ronde 3
A-1, B-3, C-8, D-10, E-5, F-2, G-4, H-6, I-9, J-7
Meest links (3,4,6) Meest rechts (1,2,9,10)
Slide 22 - Tekstslide
Thema: Kunst en Leven
Probleemstellingen
4. Hoe en waarom wordt het leven van een kunstenaar of diens visie op de maatschappij zichtbaar in zijn werk?
5. Hoe en waarom wordt de kunstenaar door anderen gezien en verbeeld (bijv door andere kunstenaars of in de pers)?
6. In hoeverre weerspiegelt het atelier of de woning van de kunstenaar zijn of haar visie op (kunst en) zijn leven?
7. Hoe en waarom maakt de kunstenaar zijn eigen leven tot onderdeel van zijn kunst?