4V schrijfvaardigheid inleiding en slot

Schrijfvaardigheid 
inleiding en slot
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schrijfvaardigheid 
inleiding en slot

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Je kan een goede, creatieve inleiding schrijven waarbij je voldoet aan de schrijfeisen.
Je kan een goed en creatief slot schrijven waarbij je voldoet aan de schrijfeisen.
Je beheerst de theorie, zodat je deze kan toepassen en er vragen over kan beantwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

Tekstdoel:
Mogelijke titel tekst:
Tekstsoort:
Beschouwing
Betoog
Uiteenzetting
Informeren
Opiniëren
Overtuigen
'Waar bestaat een kilo kosmos uit?'
'Voetbalclubs moeten zelf de handhaving van de fans betalen'
'Over de juiste aanpak van spijbelaars zijn de meningen verdeeld'
Artikel in opinieblad
Ingezonden brief
Tekst in je biologieboek

Slide 3 - Sleepvraag

Doelen
- Je kunt bepalen welk tekstdoel (beschouwen, betogen, uiteenzetten) een tekst heeft door te letten op toon (taalgebruik) en inhoud;


- Je kunt verschillende inleidingen herkennen en zelf schrijven;
o Je weet hoe je een aandachttrekkende eerste alinea van een inleiding schrijft en welke kenmerken die alinea heeft;
o Je weet hoe je het onderwerp introduceert in de tweede inleidende alinea en wat de rol en plaats is van de hoofdgedachte binnen dat geheel (afhankelijk van tekstdoel);


- Je weet hoe het slot is opgebouwd en je kunt zelf een slot schrijven;
o Je weet hoe je in maximaal vijf regels een beknopte samenvatting schrijft van een middenstuk;
o Je kent stijlmiddelen om een originele en creatieve uitsmijter te kunnen formuleren;


- Je begrijpt het verschil tussen een motiverende titel en een informerende ondertitel en je kunt zelf die twee soorten titels bedenken op basis van het middenstuk van een tekst (afhankelijk van het tekstdoel).

Slide 4 - Tekstslide

Aan welke eisen voldoet een goede inleiding?

Slide 5 - Woordweb

Lees de opdracht 'oefenteksten'
Vul de vragen in, zodat je grip hebt op de tekst.
Je schrijft nu eerst de INLEIDING van OEFENTEKST X. 
De docent bepaalt welke oefentekst.

Slide 6 - Tekstslide

Schrijf hier je inleiding van oefentekst X (zie eisen op papier).

Slide 7 - Open vraag

Aan welke eisen voldoet een goed slot?

Slide 8 - Woordweb

Lees de opdracht 'oefenteksten'
Vul de vragen in, zodat je grip hebt op de tekst.
Je schrijft nu eerst het SLOT van OEFENTEKST X. 
De docent bepaalt welke oefentekst.

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf hier je slot van Oefentekst X
(zie eisen op papier).

Slide 10 - Open vraag