Staal blok 5 week 2 les 1 (7 februari)

Spelling blok 5 week 2 les 1
Doel: Aan het einde van de les weet ik welke stappen ik moet zetten bij verleden tijd en voltooide tijd van het klankvaste werkwoord met -zen (verhuisd).
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling blok 5 week 2 les 1
Doel: Aan het einde van de les weet ik welke stappen ik moet zetten bij verleden tijd en voltooide tijd van het klankvaste werkwoord met -zen (verhuisd).

Slide 1 - Tekstslide

Start
We starten deze les met het opfrissen van onze kennis.

Slide 2 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk woorden met een koppelteken.

Slide 3 - Open vraag

Wat is het werkwoord?
Zij breit een trui.

Slide 4 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?
Het vliegtuig landt.

Slide 5 - Open vraag

Welk zinsdeel is heeft?
Job van Os heeft 's ochtends een ideaal schema gekregen?
A
onderwerp
B
persoonsvorm
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 6 - Quizvraag

Welk zinsdeel is Job van Os?
Job van Os heeft 's ochtends een ideaal schema gekregen.
A
persoonsvorm
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
onderwerp

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
Ik had geen vertraging, ondanks de turbulentie.
A
geen vertraging
B
had
C
ondanks
D
turbulentie

Slide 8 - Quizvraag

Zet de volgende zin in de verleden tijd.
Hij wacht.

Slide 9 - Open vraag

Zet de volgende zin in de verleden tijd.
Hij spaart.

Slide 10 - Open vraag

Zet de volgende zin in de verleden tijd.
Hij besteedt.

Slide 11 - Open vraag

Zet de volgende zin in de verleden tijd.
Hij voldoet.

Slide 12 - Open vraag

Instructie: Hoe schrijf ik het voltooid deelwoord van klankvaste werkwoorden?
Stap 1: noteer de stam van het werkwoord
stap 2: haal van het hele werkwoord - en af
stap 3: gebruik de medeklinker van het ex- kofschip om te bepalen of er te(n) of de(n) achter de stam komt
Verhuizen                                                Het ex- kofschip
stap 1: ik verhuis
stap 2: verhuizen
stap 3:  ik verhuisde


Slide 13 - Tekstslide

Stap 1: noteer de stam van het werkwoord

 
Stap 2: haal van het hele werkwoord - en af

Stap 3: gebruik de medeklinker van het ex- kofschip om te bepalen of er te(n) of de(n) achter de stam komt
Reizen

Slide 14 - Tekstslide

Stap 1: noteer de stam van het werkwoord

 


Stap 2: haal van het hele werkwoord - en af

Stap 3: gebruik de medeklinker van het ex- kofschip om te bepalen of er te(n) of de(n) achter de stam komt

blozen

Slide 15 - Tekstslide

Nu jij zelf..

Slide 16 - Tekstslide

Tijd voor het dictee!

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf op.......

Slide 18 - Open vraag

het archief

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf op.......

Slide 20 - Open vraag

Zuid-Europa

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf op.......

Slide 22 - Open vraag

de bibliotheek

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf op.......

Slide 24 - Open vraag

Ik heb door de tijd gereisd.

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf op.......

Slide 26 - Open vraag

Sinds deze vondst weten we dat mensen in de prehistorie niet konden lezen en schrijven.

Slide 27 - Tekstslide

Schrijf op.......

Slide 28 - Open vraag

Lotte zegt: 'In de oudheid ontstaat het schrift en begint de beschaving.'

Slide 29 - Tekstslide

Maak blok 5 week 2 les 1 op bladzijde 8. 
Klaar?
Ga verder met de werkwoorden op bladzijde 69.

Slide 30 - Tekstslide