do 15-4 V5A start periode D, herhaling begrippen leesvaardigheid

Programma
  1. Een kleine schrijfoefening
  2. Toelichting studiewijzer periode D
  3. Toelichting vergelijkende boekopdracht
  4. Herhaling leesvaardigheid
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Programma
  1. Een kleine schrijfoefening
  2. Toelichting studiewijzer periode D
  3. Toelichting vergelijkende boekopdracht
  4. Herhaling leesvaardigheid

Slide 1 - Tekstslide

Regels voor oprechte excuses
  • Ze bevatten een oprechte en ondubbelzinnige uitdrukking van spijt voor de overtreding (het-spijt-me-dat-regel).
  • Ze uiten ondubbelzinnige verantwoordelijkheid voor de daad (mea-culpa-regel).
  • Ze tonen compassie met (de gevolgen voor) het slachtoffer (compassie-regel).
  • Ze worden zonder voorbehoud of vergoeilijking gegeven (geen-mitsen-en-maren-regel).
  • Maar: Ze bevatten eventueel uitleg om te benadrukken dat er geen kwade intenties waren.
  • Ze drukken de eenmaligheid van de overtreding uit (eens-en-nooit-weer-regel).

Slide 2 - Tekstslide

Excuses W.A. Griekenlandreis
Met spijt in het hart richt ik mij tot U. 
Onze reis naar Griekenland heeft bij heel veel Nederlanders hevige reacties opgeroepen. Het doet pijn Uw vertrouwen in ons beschaamd te hebben .
Ook al paste de reis binnen de voorschriften, het was heel  onverstandig om geen rekening te houden met de inwerking  van de nieuwe beperkingen op onze samenleving .
Ons eigen besluit terug te keren is genomen vanuit het besef  dat we niet hadden moeten gaan. 
Vanaf het begin van de coronacrisis hebben wij ons best gedaan om – binnen de grenzen van het coronabeleid – ruimte te vinden en er zoveel mogelijk te zijn voor iedereen die in onzekere tijden steun zoekt.
Het is voor iedereen een moeilijke tijd. Een tijd van gemis, beperkingen en zorgen. Van angst, boosheid en onzekerheid ook. Wij hebben de aangrijpende verhalen gehoord in vele ontmoetingen, in persoon, en digitaal. Met U en met al die mensen die direct of indirect geraakt zijn, voelen wij ons verbonden.
(…)                                                                   

Slide 3 - Tekstslide

Je bent een belangrijke afspraak vergeten. Stuur
degene met wie je een afspraak had een excuus
van maximaal 5 regels waarin je zoveel mogelijk
de regels van een oprechte excuses verwerkt.
timer
5:00

Slide 4 - Open vraag

Studiewijzer periode D / vergelijkende boekopdracht

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling begrippen
  • tekstdoelen
  • onderwerp en hoofdgedachte
  • inleiding, middenstuk, slot
  • tekststructuren
  • kernzinnen
  • signaalwoorden en functiewoorden 

Slide 6 - Tekstslide

Betoog
Beschouwing
Uiteenzetting
Opniniëren
Overtuigen
Informeren

Slide 7 - Sleepvraag

Overtuigen
Opniniëren
Informeren
het publiek zelf een mening laten vormen
het publiek een mening laten overnemen
het publiek uitleggen hoe iets in elkaar zit

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Video

Onderwerp

Het woord dat, of de woordgroep die aangeeft waarover de tekst gaat ( het is dus géén zin).
Hoofdgedachte

Een mededelende zin (dus géén vraag) die het belangrijkste aangeeft wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd. 

Slide 10 - Tekstslide

De hoofgedachte geeft vaak aanwijzingen over het tekstdoel:
  • constatering: informeren of opiniëren
  • mening: overtuigen

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding
De aandacht trekken
Het onderwerp van de tekst introduceren
Inleiding: aandacht trekken en onderwerp introduceren
Middenstuk: deelonderwerpen uitwerken (hangt samen met het tekstdoel en de gekozen tekststructuur). Een deelonderwerp wordt vaak aangekondigd door een structurerende zin of een tussenkopje.
Slot: bevat meestal de hoofdgedachte en daarnaast een samenvatting, afweging, aansporing/aanbeveling, of toekomstverwachting. 
                   

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Kernzin
Elke tekst is opgebouwd uit alinea's. Een goede alinea bevat één hoofdgedachte die in één zin geformuleerd is: de kernzin. De kernzin is meestal de eerste zin van een alinea, soms de tweede zin als de eerste zin een structurerende (of verbindende) zin is. In een enkel geval is de kernzin de laatste zin. 

Slide 14 - Tekstslide

Lees onderstaande alinea
Het invoeren van een videoscheidsrechter kan positief uitwerken. Het eerste voordeel is dat wedstrijden eerlijker verlopen. Als iemand in het strafschopgebied naar de grond gaat, kan met behulp van videobeelden gecontroleerd worden of er werkelijk een overtreding is gemaakt of dat een speler alleen maar simuleert dat hij slachtoffer is van een charge (en dus een schwalbe maakt). Na de wedstrijd kan niemand meer beweren dat er onterecht verloren is omdat de scheidsrechter iets verkeerd of niet gezien heeft. 

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de kernzin van de alinea?

Slide 16 - Open vraag

Signaalwoorden en functiewoorden
Een tekst is begrijpelijk en prettig om te lezen of naar te luisteren wanneer de verbanden tussen de zinnen en de deelonderwerpen duidelijk worden aangegeven. Verbanden worden meestal gemarkeerd met signaalwoorden
Er zijn ook andere woorden waaraan je verbanden in een tekst kunt herkennen. Deze functiewoorden geven de functie va een tekstdeel aan. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 19 april
Groep 2 (op school) --> literaire les Maureen en Nicky
Groep 1 (thuis) --> oefenen leesvaardigheid

Slide 21 - Tekstslide