4 VWO paragraaf 5.1 en 5.2, 5.1 mengen op macroniveau en 5.2 polaire en apolaire stoffen

Hoe kan je zien dat vloeistoffen goed mengen
A
grensvlak tussen vloeistoffen
B
helder mengsel
C
troebel mengsel
1 / 56
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe kan je zien dat vloeistoffen goed mengen
A
grensvlak tussen vloeistoffen
B
helder mengsel
C
troebel mengsel

Slide 1 - Quizvraag

Mengen op macroniveau
Wat is een emulsie?

Slide 2 - Open vraag

Welke binding houdt atomen bijelkaar en welke binding houdt moleculen bijelkaar?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Hoe heet een rooster van zout?

Slide 5 - Open vraag

Wat is de verhoudingsformule van aluminiumsulfide?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de oplosvergelijking van calciumchloride?

Slide 7 - Open vraag

Oplosvergelijking calciumchloride
CaCl2(s) -> Ca2+(aq) + 2Cl-(aq)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk Voorkennis
Maken Voorkennisopgaven blz 112: 1, 3, 4 en 5

Oefenen met naamgeving alkanolen (-OH) en
alkaanamine (-NH2)

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de naam van:

Slide 12 - Open vraag

Wat is de naam van:

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Meststof

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Geef de namen van:

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Is slaolie hydrofoob of hydrofiel?
A
hydrofoob
B
hydrofiel

Slide 24 - Quizvraag

ethaanzuur
RCOOH

Slide 25 - Tekstslide

Geef de naam van:

Slide 26 - Open vraag

Wat is de structuurformule van hexaanzuur (zuur is COOH)?

Slide 27 - Open vraag

propaanzuur
CH3CH2CH2CH2CH2COOH (C5H11COOH)

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Voorkennisopgaven 1,3,4 en 5
paragraaf 5.1 opgaven 7 t/m 14

Slide 29 - Tekstslide

Wat is hydrofoob?

Slide 30 - Open vraag

Welke stof is een belangrijke veroorzaker van stikstofproblematiek?

Slide 31 - Open vraag

Wat is de molecuulformule van een carbonzuur, is deze hydrofoob of hydrofyl?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Heeft zwaveldioxide een dipoolmoment
A
Ja, vanwege rechte structuur
B
Nee, vanwege de rechte structuur
C
Ja, vanwege de niet-rechte structuur
D
Nee, vanwege de niet-rechte structuur

Slide 40 - Quizvraag

wel een dipoolmolecuul
geen dipoolmolecuul

Slide 41 - Sleepvraag

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

HF is een ....
A
Polaire stof
B
Apolaire stof

Slide 49 - Quizvraag

Welk atoom heeft bij HF een partiële negatieve lading?
A
H
B
F

Slide 50 - Quizvraag

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Tekstslide

Heeft zwaveldioxide een dipoolmoment
A
Ja, vanwege rechte structuur
B
Nee, vanwege de rechte structuur
C
Ja, vanwege de niet-rechte structuur
D
Nee, vanwege de niet-rechte structuur

Slide 53 - Quizvraag

wel een dipoolmolecuul
geen dipoolmolecuul

Slide 54 - Sleepvraag

Koolstofdisulfide is een .... stof, want (BiNaS 55!)
A
Polaire, want hij is niet recht
B
Apolaire, want hij is niet recht
C
Polaire, want hij is recht
D
Apolair, want hij is recht

Slide 55 - Quizvraag

Slide 56 - Tekstslide