4.2

Thema 4 - Voeding en vertering

GTL 4
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 4 - Voeding en vertering

GTL 4

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen
4. Uitleg
5. Werktijd
6. Check

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kan functies van voedingsstoffen en voedingsvezel noemen.
Je kan de zes groepen voedingsstoffen met functies en kenmerken noemen.
Je kan uitleggen hoe je glucose en zetmeel kan aantonen.

Slide 3 - Tekstslide

Plantaardig of dierlijk
Voedingsmiddelen= wat je eet/drinkt.
Voedingsstoffen= de nuttige stoffen in voedingsmiddelen.

Plantaardig= afkomstig van planten.
Dierlijk= afkomstig van dieren.

Slide 4 - Tekstslide

Functies van voedingsstoffen
Brandstof = geven energie.
Bouwstof = groei, ontwikkeling en herstel.
Beschermende stof = houden je gezond.
Reservestof = bruikbaar als brandstof of bouwstof, opgeslagen voor later.

Slide 5 - Tekstslide

Zes groepen voedingsstoffen
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Water
Mineralen
Vitaminen

Slide 6 - Tekstslide

Eiwitten
Belangrijke bouwstoffen (herstel en opbouw van delen van het lichaam).
Te veel: gebruikt als brandstof (of omgezet in vet en opgeslagen als reservestof).

Slide 7 - Tekstslide

Koolhydraten
Brandstof (kan als bouwstof)
Glucose, fructose, zetmeel.
Te veel binnen: omgezet in vet.
Veel in plantaardig voedsel, weinig in dierlijk voedsel.

Slide 8 - Tekstslide

Vetten
Vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof
Niet veel vet nodig, te veel wordt opgeslagen onder de huid.
Verzadigd - 'slecht'
Onverzadigd - goed

Slide 9 - Tekstslide

Water
Bouwstof, menselijk lichaam bestaat 60% uit water.
Vervoer van stoffen via bloed. 

Water zit in fruit, frisdrank, sommige groente.

Slide 10 - Tekstslide

Mineralen en vitaminen
Mineralen - zouten (kalk, calcium, ijzer).
Bouwstof & beschermende stof.

Vitaminen - met letters aangegeven.
Beschermende stof.

Slide 11 - Tekstslide

Voedingsvezels
Geen voedingsstof: wordt niet opgenomen in het bloed.

Toch belangrijk voor goede vertering (darmperistaltiek) en verzadigd gevoel (vol zitten).

Zitten in groente, fruit en volkoren-producten.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Voedingsstoffen aantonen
Zetmeel  - jodium/joodoplossing.

Glucose - teststrook die verkleurt.

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een voedingsstof?
A
Alles wat je eet of drinkt
B
alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel
C
Alle bruikbare stoffen uit voedingsmiddelen

Slide 15 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof
Dubbelfris
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 16 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof
Appel
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 17 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 18 - Quizvraag

Wat is geen bouwstof?
A
Water
B
Mineralen
C
Eiwitten
D
koolhydraten

Slide 19 - Quizvraag

Wat is geen voedingsstof?
A
Koolhydraat
B
Water
C
Mineralen
D
Vezels

Slide 20 - Quizvraag

Beschermende stoffen zijn
A
mineralen en vitaminen
B
koolhydraten en eiwitten
C
mineralen en eiwitten
D
vitaminen en koolhydraten

Slide 21 - Quizvraag

Mineralen zijn reservestoffen.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Dit voedingsmiddel is brandstof:
A
mineralen
B
vitamines
C
water
D
koolhydraten

Slide 23 - Quizvraag

CHECK
Voedingsmiddelen
Voedingsstoffen
Brandstoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen
Reservestoffen
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten (onverzadigd EN verzadigd)
Mineralen
Vitaminen
Voedingsvezel
Indicator

Slide 24 - Tekstslide