4.2 - Voedingsmiddel en voedingsstoffen (GTL4)

Hoofdstuk 4 - Voeding en vertering

GTL 4
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 - Voeding en vertering

GTL 4

Slide 1 - Tekstslide

Voeding en vertering
4.1 - Voedsel
4.2 - Voedingsmiddel en voedingsstoffen
4.3 - Voeding en leefstijl
4.4 - Het verteringsstelsel
4.5 - Organen voor de vertering
4.6 - Planteneters, vleeseters en alleseters

Slide 2 - Tekstslide

4.1 - Voedsel
Herhaling

Slide 3 - Tekstslide

4.2 - Voedingsmiddel en voedingsstoffen

Slide 4 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kan functies van voedingsstoffen en voedingsvezel noemen
Je kan de zes groepen voedingsstoffen met functies en kenmerken noemen
Je kan uitleggen hoe je glucose en zetmeel kan aantonen

Slide 5 - Tekstslide

Plantaardig of dierlijk
Voedingsmiddelen - wat je eet/drinkt
Voedingsstoffen - de nuttige stoffen in voedingsmiddelen

Plantaardig -> afkomstig van planten
Dierlijk -> afkomstig van dieren

Slide 6 - Tekstslide

Functies van voedingsstoffen
Brandstof - geven energie
Bouwstof - groei, ontwikkeling en herstel
Beschermende stof - houden je gezond
Reservestof - bruikbaar als brandstof of bouwstof, opgeslagen voor later

Slide 7 - Tekstslide

Zes groepen voedingsstoffen
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten
Water
Mineralen
Vitaminen

Slide 8 - Tekstslide

Eiwitten
Belangrijke bouwstoffen (herstel en opbouw van delen van het lichaam)
Te veel -> gebruikt als brandstof (of omgezet in vet en opgeslagen als reservestof)

Slide 9 - Tekstslide

Koolhydraten
Brandstof (kan als bouwstof)
Glucose, fructose, zetmeel
Te veel binnen -> omgezet in vet
Veel in plantaardig voedsel, weinig in dierlijk voedsel

Slide 10 - Tekstslide

Vetten
Vooral brandstof, ook bouwstof en reservestof
Niet veel vet nodig, te veel wordt opgeslagen onder de huid
Verzadigd - slecht
Onverzadigd - goed

Slide 11 - Tekstslide

Water
Bouwstof - menselijk lichaam 60%
Vervoer van stoffen via bloed 

Water zit in fruit, frisdrank, sommige groente

Slide 12 - Tekstslide

Mineralen en vitaminen
Mineralen - zouten (kalk, calcium, ijzer)
Bouwstof & beschermende stof

Vitaminen - met letters aangegeven
Beschermende stof

Slide 13 - Tekstslide

Voedingsvezels
Geen voedingsstof -> wordt niet opgenomen in het bloed
Toch belangrijk voor goede vertering en verzadigd gevoel (vol zitten)
Zitten in groente, fruit en volkoren-producten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Voedingsstoffen aantonen
Zetmeel  - jodium/joodoplossing

Glucose - teststrook die verkleurt

Slide 16 - Tekstslide

Vragen?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is een voedingsstof?
A
Alles wat je eet of drinkt
B
alle onverteerbare stoffen in plantaardig voedsel
C
Alle bruikbare stoffen uit voedingsmiddelen

Slide 18 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof
Dubbelfris
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 19 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof
Appel
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 20 - Quizvraag

Voedingsmiddel of voedingsstof?
Koolhydraten
A
Voedingsmiddel
B
Voedingsstof

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen bouwstof?
A
Water
B
Mineralen
C
Eiwitten
D
koolhydraten

Slide 22 - Quizvraag

Wat is geen voedingsstof?
A
Koolhydraat
B
Water
C
Mineralen
D
Vezels

Slide 23 - Quizvraag

Beschermende stoffen zijn
A
mineralen en vitaminen
B
koolhydraten en eiwitten
C
mineralen en eiwitten
D
vitaminen en koolhydraten

Slide 24 - Quizvraag

Mineralen zijn reservestoffen.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Dit voedingsmiddel is brandstof:
A
mineralen
B
vitamines
C
water
D
koolhydraten

Slide 26 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: Opdrachten 4.2 + begrippenlijst

Volgende les controle begrippenlijst
Begrippen (overnemen en aanvullen):
Voedingsmiddelen
Voedingsstoffen
Brandstoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen
Reservestoffen
Eiwitten
Koolhydraten
Vetten (onverzadigd EN verzadigd)
Mineralen
Vitaminen
Voedingsvezel
Indicator

Slide 27 - Tekstslide