6-4

6-4
Betogend artikel
presentaties IE spreken en gesprekken: uitleg en spreekschema invullen
Nu maken: spreekschema, daarna betogend artikel

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

6-4
Betogend artikel
presentaties IE spreken en gesprekken: uitleg en spreekschema invullen
Nu maken: spreekschema, daarna betogend artikel

Slide 1 - Tekstslide

vorige les: 30-3 Lei
Examens?
IE schrijven: Afronden brief
Uitleg artikel
Je levert in/mailt : brief + artikel

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les en nu

Van informatief artikel naar betogend artikel

Slide 3 - Tekstslide

informatief artikel
doel: informeren
mening schrijver niet duidelijk
betogend artikel
doel: overtuigen
mening van schrijver duidelijk
argumenten
tegenargument(en) en weerlegging

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

standpunt?
argumenten?
tegenargument en weerlegging?
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De argumentatie kun je in een blokjesschema zetten. Zie blz 96.


Signaalworden die horen bij standpunten:

ik vind, volgens ons, zij denkt dat, de schrijver is van mening dat, dus, daarom, kortom

Een argumentatie kun je in een blokjesschema zetten. Van boven naar beneden is 'want'. 

Van onder naar boven is 'dus', 


Signaalwoorden die horen bij een standpunt:

ik vind, volgens ons, zij denkt dat, de schrijver is van mening dat, onze conclusie is, dus, daarom, kortom.....


Signaalwoorden die horen bij een argument:

dat blijkt uit, immers, namelijk, omdat , de reden hiervoor is, want....


Slide 13 - Tekstslide

De argumentatie kun je in een blokjesschema zetten. Zie blz 96.


Signaalworden die horen bij standpunten:

ik vind, volgens ons, zij denkt dat, de schrijver is van mening dat, dus, daarom, kortom

Een argumentatie kun je dus in een blokjesschema zetten. Van boven naar beneden is 'want'. 

Van onder naar boven is 'dus', 


Signaalwoorden die horen bij een tegenargument:

Er zijn mensen die zeggen...., Sommigen vinden dat....,


Signaalwoorden bij een weerlegging:

Daar is het volgende tegenin te brengen..., maar..., 

Slide 14 - Tekstslide

Weerlegging

Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.

                                                                      Voorbeeld:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft,  is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 15 - Tekstslide

even oefenen
argument voor en tegenargument + weerlegging

Slide 16 - Tekstslide

'Arnhem is een gezellige winkelstad.' Argument voor?

Slide 17 - Open vraag

'Arnhem is een gezellige winkelstad.' Sommigen vinden dit niet, ze vinden...

Slide 18 - Open vraag

aan het werk
Maak een bouwplan voor een betogend artikel.
Schrijf het betogend artikel en mail mij je werk.
Maak een spreekschema voor het IE spreken en gesprekken


Slide 19 - Tekstslide