Een samengestelde zin kan een voegwoord hebben. (soms is er geen vw)
- nevenschikkende voegwoorden: deze verbinden twee hoofdzinnen met elkaar.
VB. en, maar, want, of, dus (ALLEEN DEZE!)
- onderschikkende voegwoorden: deze verbinden een hoofdzin en bijzin met elkaar.
Vb. aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, ofschoon, omdat, zodat, opdat, terwijl, toen, zodra (zijn er nog wel meer)