2hva 10-10-2024 - H3 woordenschat herhaling

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek (met de opdrachten die je maandag hebt gekregen)
  • schrift
  • pen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Todo:
  • liggen de spullen die je nodig hebt op tafel?

Op tafel heb je liggen:
  • lesboek (met de opdrachten die je maandag hebt gekregen)
  • schrift
  • pen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen
  • 1e deel: Herhaling WS H1 t/m H3
  • 2e deel: Lezen




Slide 2 - Tekstslide





Na deze lessen kun je:
  • vergelijkingen herkennen en begrijpen.
  • metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.
  • vwo: metonymie herkennen en begrijpen.
  • vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.
Doel

Slide 3 - Tekstslide

H1 WS Vergelijkingen
  • In een vergelijking zet je twee dingen naast elkaar die op elkaar lijken. Welke dingen zijn dat?
  • Wat is het object (o) in een vergelijking?
  • Wat is het beeld (b) in een vergelijking?
  • Is beeldspraak figuurlijk taalgebruik of letterlijk taalgebruik?
  • Waarom gebruik je een vergelijking? (2 dingen) 

Slide 4 - Tekstslide

H2 WS Metafoor en personificatie
  • Wat is een metafoor
  • object en beeld vallen samen.
  • Mijn kamer is een slagveld
  • Hij is een wandelende encyclopedie.
  • Vaak in de vorm van een spreekwoord.
  • De appel valt niet ver van de boom.

Slide 5 - Tekstslide

H2 WS Metafoor en personificatie
Wat wordt er bedoeld met personificatie:
  • Een voorwerp, plant, dier of abstract begrip krijgt een menselijke eigenschap.
  • De wind fluistert door de bomen.
  • De tijd kruipt voorbij.
  • De auto kreunde onder het zware gewicht. 

Slide 6 - Tekstslide

H3 WS Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
(blz. 84)
Vaste voorzetsels
  • bij sommige werkwoorden
  • bij combinaties van zelfstandig naamwoord + werkwoord.
  • bij combinaties van bijvoeglijk naamwoord + werkwoord. 

Slide 7 - Tekstslide

H3 WS Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
Voorzetseluitdrukkingen
  • vaste woordcombinaties met voorzetsels.
  • Bijvoorbeeld:
  • door middel van
  • aan de hand van
  • met behulp van

Slide 8 - Tekstslide

Welke vaste voorzetsels herken je?
Vaste voorzetsels ?
  •  De leraar is erg trots op zijn leerlingen.
  • Jan rekent altijd op papier zijn sommen uit.
  • Jan rekent op een mooi cijfer op deze toets.
  • Zij is blij met haar nieuwe fiets.
  • Ons buurmeisje is verliefd op een jongen in haar klas.

Slide 9 - Tekstslide

H3 WS Vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen
Voorzetseluitdrukkingen: kunnen deze korter?
  • Hij heeft met behulp van een rekenmachine de toets goed kunnen maken. 
  • In verband met een ongeval was er een lange file op de A28.

Slide 10 - Tekstslide

Wat:
Maak de opdrachten op de werkbladen.
2V heeft extra oefenopdrachten online staan, zie planning.

Hoe:
Samen met je buurman of buurvrouw.

Klaar?
  • Maak opdrachten op cambiumned.nl (via link in SOM) 
  • Ga aan de slag met de trainingsoefeningen online.
  • Leer de woordenlijsten H1 t/m H3 WS




Hulp nodig?
Kijk naar het stoplicht

rood: stil! 
Vraag het de docent als
je het echt niet meer weet.
geel: fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je
groen:  fluisterniveau 
Overleg met diegene naast je of vraag het
de docent  


Aan het werk!
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide






Na deze lessen kun je:
  • vergelijkingen herkennen en begrijpen.
  • metaforen en personificaties herkennen en begrijpen.
  • vwo: metonymie herkennen en begrijpen.
  • vaste voorzetsels en voorzetseluitdrukkingen herkennen, begrijpen en gebruiken.

Doel

Slide 12 - Tekstslide

Hoe goed beheers je de lesstof al voor de toets op 
17 oktober?

Slide 13 - Tekstslide

Leesuur
  • Lezen

Slide 14 - Tekstslide

Lezen
  • veel plezier met het lezen in je leesboek 
timer
30:00

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk 14 oktober
H3, WS (blz. 84 enz.)

Maken: trainingsopgaven online H1 t/m H3 Woordenschat
Leren:
theorie H1 (blz. 24) en woordenlijst H1 (in SOM)
theorie H2 (blz 54) en woordenlijst H2 (in SOM)
theorie H3 (blz. 84) en woordenlijst H3 (in SOM)
vwo (extra)
theorie H2 metonymie (losse bladen)


NB: Toets WS H1 t/m H3 op
donderdag 17 oktober

Slide 16 - Tekstslide