H5 NN 2-KGT Woordenschat

H5 Woordenschat
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H5 Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Je leert over samenstellingen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Je hoort twee of meer woorden in een samenstelling.

Je schrijft de woorden aan elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.


Samenstellingen
Een woord dat uit twee of meer woorden bestaat, noemen we een samenstelling.

Vb: vruchtentaart, driesterrenhotel 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Een samenstelling is één woord dat gemaakt is uit twee of meer woorden.
Je schrijft een samenstelling ALTIJD als één woord.
Je zet NOOIT een spatie in een samenstelling.

Je zet een koppelteken ( - ) bij letterverwarring (uitspraak).
Vb. wiskunde-expert

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Voorbeelden met 2 woorden: 
samen+stelling = samenstelling 
boeken+kast = boekenkast
tuin+bank = tuinbank 
laptop+tas = laptoptas
vruchten+taart = vruchtentaart
Voorbeelden met meer dan 2 woorden: 
wind+molen+monteur = windmolenmonteur

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstellingen
Het laatste woord is het belangrijkste woord.
Het eerst woord zegt iets over het laatste woord.
vruchtentaart = een taart die uit vruchten bestaat.
laptoptas = een tas die voor een laptop bestemd is. 
tuinhuis = een huis voor in de tuin.

We pakken daarom ook altijd het lidwoord van het laatste woord.
de tuin + het huis = het tuinhuis


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woordenboek
Gebruik een woordenboek als je de betekenis van een samenstelling niet zelf kunt bedenken. Soms staat een samenstelling niet in een woordenboek. Je kunt dan de losse woorden opzoeken. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opzoeken in het woordenboek
Je weet in een zin het woord 'groepsreductie' niet. 
Je kunt in het woordenboek zoeken op 'reductie'. Dit betekent korting. 
Groepsreductie = groepskorting

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling
A
2 of meer woorden, waar 1 woord van is gemaakt
B
Samen stellen ( een relatie hebben )
C
Weet ik niet
D
Een meervoudsvorm

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling?
A
gevaar
B
varend
C
vurig
D
vuurwerk

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn samenstellingen?
A
dierentuin
B
waterfles
C
computer
D
schermpjes

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling of niet?
weekagenda
A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling?
A
Aaibaar
B
Meisjesfiets
C
kapot
D
niks

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen samenstelling?
A
Voetbal
B
Gebak
C
speelplein
D
Handdoek

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling of niet?
gevaar
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling?
A
weegschaal
B
loopt
C
school
D
het

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
huiswerkmap

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een samenstelling?
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is 'heropenen' een samenstelling?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maken in het lesboek
Blz. 128-131
Startopdracht
Opdracht 1-2-3-4-5-6-7-8
Snel klaar? Maak ook de puzzel (opdr. 9)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leren voor de toets
- Je kan de betekenis van een samenstelling in een woordenboek opzoeken.
- Ja kan erachter komen wat de betekenis is van een samenstelling. 
- Je kent de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen van deze paragraaf. De woordenlijst H5 behandelen we in een aparte LessonUp. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EINDE

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies