1. His movies are super moving. (How moving are his movies? super)
2. Rick Grimes ran quickly from the zombies. (How did Rick run? quickly)
3. Billie Eilish sang very beautifully. (How did Billie sing? Beautifully)
(How beautifully did Billie sing? very)
- Je gebruikt een adverb om meer te vertellen over een adjective, werkwoord of andere adverb. (NL=bijwoord)
- Je maakt een adverb door 'ly' achter de adjective te plaatsen (let op uitzonderingen). Ook woorden als always, never en often zijn adverbs.Vraag de how-vraag.