verbes -er, les vêtements en bijv. nmw

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Les vêtements

Les objectifs du cours:

• Aan het eind van dit onderdeel weet je enkele kledingstukken in het Frans te noemen;
• Aan het eind van dit onderdeel weet je hoe je in het Frans moet zeggen / schrijven welke kleding iemand draagt.

Regelmatige ww op -er

Ik-vorm: je __ + e                                 Voorbeelden van werkwoorden

Jij-vorm: tu __ + es                                            die eindigen op -er:

Hij/zij/we-vorm: il/elle/on __+ e                            porter  (dragen)

Wij-vorm:  nous __+ ons                                          habiter (wonen)

Jullie/u-vorm:     vous __+ ez                                 marcher (lopen)

zij-vorm meerv.:    ils/elles __ + ent                     aimer (houden van)

porter

- Het Franse werkwoord porter betekent dragen

- porter is een regelmatig werkwoord op -er

Hoe werkt het?

Stap 1: Haal -er van het werkwoord af: porter

                                                                              habiter  

Stap 2: Plak de juiste vorm achter de stam:

Je + e dus: je porte

Tu + es dus: tu portes

il / elle +e dus: il /elle porte

Vertaal: ik draag

Vertaal: wij dragen

vertaal: zij dragen (m)

Les couleurs

Vertaal: rood

Vertaal: groen

Vertaal: blauw

Vertaal: bruin

1. brun
2. marron
3. noir
4. gris

3. Uitleg kleding en kleuren

Ken je al Franse woorden voor kledingstukken?

un pantalon

une casquette

une robe

des chaussettes

une jupe

des chaussures

un blouson

un tee-shirt

De kleur (bijvoeglijk naamwoord) past zich aan het kledingstuk (zelfstandig naamwoord) aan

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	er gebeurt niks	+ E
meervoud	+ S	+ ES

Bijvoorbeeld:

de blauwe jurk  

   

de jurk = la robe   => vrouwelijk enkelvoud

blauw = bleu + e 

de blauwe jurk = la robe bleue

Bijvoorbeeld:

de groene schoenen

   

de schoenen = les chaussures   => vrouwelijk meervoud

groen = vert + es

de groene schoenen = les chaussures vertes

Let op!

Als de kleur al op een e eindigt, komt er bij vrouwelijk enkelvoud geen extra e
=> le pantalon rouge       (de rode broek)
=> la robe rouge                (de rode jurk)

Let op!

Als de kleur al op een s eindigt, komt er bij mannelijk meervoud geen extra s
=> le pantalon gris            (de grijze broek)
=> les pantalons gris       (de grijze broeken)

Hoe zeg je: de blauwe jurk?
La ... ...

Hoe zeg je: de zwarte broeken?
Les (mnl) ... ...

Denk je dat je met deze uitleg goede zinnen kunt maken voor het gesprekje?

😒🙁😐🙂😃