2. Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen.
Lees nu eerst in grote lijnen de inleiding en de 1e alinea.
Lees van elke alinea de eerste en de laatste zin.
Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen.
Slide 6 - Tekstslide
Wat past bij de eerste alinea. Jean-Pierre est allé travailler chez McDonald's 1 parce que McDo ne lui avait pas accordé d'interview 2 parce qu'il voulait en savoir plus sur les conditions de travail chez McDo
A
La première
B
La deuxième
C
Les deux
D
Aucune
Slide 7 - Quizvraag
Stappenplan - grote lijnen
1. Lees van elke alinea de eerste en laatste zin.
2. Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen.
Lees nu eerst in grote lijnen de 2e alinea.
Lees van elke alinea de eerste en de laatste zin.
Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen.
Slide 8 - Tekstslide
Comment pourrait-on résumer le deuxième alinéa ? Chez McDo...
A
c'est l'hygiène qui compte avant tout
B
il ne faut pas perdre son temps
C
les conditions de travail sont améliorés
Slide 9 - Quizvraag
Stappenplan - grote lijnen
1. Lees van elke alinea de eerste en laatste zin.
2. Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen.
Lees nu eerst in grote lijnen de 3e alinea.
Lees van elke alinea de eerste en de laatste zin.
Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen.
Slide 10 - Tekstslide
Qu'est-ce qui influence le plus les conditions de travail chez McDo d'après le 3ème alinéa?
A
La surveillance des managers.
B
Les remarques des clients.
C
Le travail en équipe.
Slide 11 - Quizvraag
Gericht zoeken
1. Lees van elke alinea de eerste en laatste zin.
2. Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen.
Voor de volgende vraag moet je gericht zoeken. Lees de geciteerde zin en de zin die daarvoor staat en kijk wat het verband is tussen die twee zinnen.
Slide 12 - Tekstslide
"Ceux qui ... est arrivé." (lignes 59 - 65) Comment est-ce que cette phrase se rapporte à celle qui précède.
A
Elle en donne la cause.
B
Elle l'affaiblit.
C
Elle l'illustre.
D
Elle s'y oppose.
Slide 13 - Quizvraag
Gericht zoeken
1. Lees van elke alinea de eerste en laatste zin.
2. Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen.
Voor de volgende vraag moet je gericht zoeken in alinea 5 en 6.
Je gaat op zoek naar de meningen van Lexy, Paul, Sandra en Leila.
Slide 14 - Tekstslide
Meningen en uitingen herkennen in een tekst
Let op de signaalwoorden: selon en d'après.
Selon Ilias les connecteurs sont très utiles
Let ook op: namen, dubbele punt en aanhalingstekens
Ilias: « Les connecteurs sont très utiles. »
On demande l'avis de l'expert Ilias, il nous dit : « Les connecteurs sont très utiles. »
Slide 15 - Tekstslide
In de laatste twee alinea's van de tekst vertellen Lexy, Paul, Sandra en Leila over hun werk bij McDonald's. Tonen zij zich wel of niet positief? Sleep de naam van de persoon naar het goede antwoord.
niet positief
wel positief
Lexy
Paul
Sandra
Leila
Slide 16 - Sleepvraag
Het feit dat je werkervaring hebt opgedaan bij McDonald's kan worden beschouwd als een pluspunt. In de laatste twee alinea's worden meerdere redenen vermeld. Noem er twee
Slide 17 - Open vraag
Gericht zoeken
1. Lees van elke alinea de eerste en laatste zin.
2. Schrijf kort op waar de alinea over gaat gebaseerd op deze twee zinnen.
Voor de volgende vraag moet je gericht zoeken. Lees de geciteerde zin en de zin die daarvoor staat om te kijken of de geciteerde zin negatief, neutraal of positief is.
Slide 18 - Tekstslide
En parlant d'une "chemis avec du ketchup dans les veines" (lignes 109-110), on s'exprime chez McDo de quelle façon?